Montage- en bedieningshandleiding bladzijde 2-29 Monterings- och bruksanvisningar Sida

Relevanta dokument
MAESTRIA+ 50 io. DA Brugsanvisning FI Käyttöopas NO Veiledning SV Bruksanvisning. FR Notice DE Anleitung NL Handleiding IT Manuale EN Instructions

WD 1 (M) / WD Gebruiksaanwijzing

(1) Compact Disc Player. Gebruiksaanwijzing. Bruksanvisning. Manuale delle istruzioni CDP-CX Sony Corporation

Till (alla) berörda parter,/till... (namnet på mottagarens befattning),

User s Manual RE-2400 DVBT2

Teknisk manual Clipper Easylog

(1) Remote Commander. Gebruiksaanwijzing. Bruksanvisning RM-VZ950T Sony Corporation

Teknisk manual Clipper Depth/Ekolod

I-väggen mottagare RTS för belysning

BATTMAN III Amperetimräknare

(1) Compact Disc Player. Gebruiksaanwijzing. Bruksanvisning. Istruzioni per l uso CDP-CX350 CDP-CX555ES by Sony Corporation

WR 2. Gebruiksaanwijzing

Compact Hi-Fi Stereo System

(1) Compact Disc Player. Gebruiksaanwijzing. Istruzioni per l uso. Bruksanvisning CDP-CX by Sony Corporation

Integrated Remote Commander

THR880i Ex. Veiligheidsinstructies

Application Reference Letter

Integrated Remote Commander

Ansökan Följebrev. Följebrev - Inledning. Formellt, manlig mottagare, namnet okänt. Formellt, kvinnlig mottagare, namnet okänt

Montering av VDO Viewline instrument Ø52mm

1. Fundamentele veiligheidsinstructies 3 2. Bedoeld gebruik 3

Gobius 1- överfyllnadsskydd för septiktankar

Bruksanvisning Varmkanalstyrning KT300S

TX-SR605. AV Receiver

Sirius II Installation och Bruksanvisning

Gebruiksaanwijzing Batterijlader. Bestelnr (IPC-2) Bestelnr (CC-3) Pagina 2-22

Miedema MB-serie MB 33 Kistenvuller

Rotronic CP11 CO2-logger

Laddningsregulator 25A MPPT med display

Micro Hi-Fi System. Register your product and get support at

Teknisk manual NASA CLIPPER Wind System

HANDLEIDING OPERATION MANUAL Modelnr. * *

Micro Hi-Fi System. Register your product and get support at

AL-C AL-S AUX. AL-C SENSOR. (Complete) (Overload) (Aux.) + IN - IN. Svart. Grön Vit Screen. Röd EXC. + Lastgivare

Mätdator för vatten. Avjoniserat varmvatten passar perfekt för alla anläggningar. Installation Funktion Drift Service

Immigratie Huisvesting

Bruksanvisning. Falck 6901 EpiTon. Epilepsilarm med mikrofonsensor. Art.nr Rev D SE

Tovenco Bruksanvisning

HT-R508. AV Receiver. Inleiding... Nl-2 Inledning...Sv-2. Aansluitingen... Nl-15 Anslutningar...Sv-15

02999_11 RD25 användarmanual.doc Ver Sidan 1 av 8

CR-H260i. CD Receiver NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING BRUKSANVISNING SVENSKA

TX-SR504E. AV Receiver

Bruksanvisning FMK Satellite

REV 3. Användarmanual

DE Gebrauchsanweisung en Instructions for use fr Instructions d utilisation es Manual de instrucciones it Istruzioni per l uso dk Brugsvejledning nl

Kalenderangivelse (veckodag, datum och månad) Alarm snooze funktion Tidzonsinställning Temperaturangivelse i grader Celsius LED bakgrundsljus

TX-NR807. AV Receiver

TX-SR303 TX-SR303E. AV Receiver

Rekonditionering. EPIsafe och EPIsafe 2. Art.nr och Programversion x.x.x eller senare. Rev PB SE

Smart laddare SBC Bruksanvisning

Sandberg oljefylld radiator med LCD-display. Produkten uppfyller kraven enligt Ekodesigndirektivet

Båtens hastighet under de senaste 4 sekunderna. Uppdateras varannan sekund.

Installationsanvisning:

DR-815. DVD-receiver DVD receiver. Gebruiksaanwijzing. Bruksanvisning. Beginnen...Nl-2 Att komma igång... Sv-2

testo Bruksanvisning Kundtjänst/service:

CQX1A1756Z CR-H700. AM/FM Stereo CD Receiver NEDERLANDS SVENSKA GEBRUIKSAANWIJZING BRUKSANVISNING

Dieselvakt DVGSM/DVSIR/DVMOT

Labkotec AB Ekbacksvägen 28 SE BROMMA SVERIGE Tel Fax Internet: GA-1

CT900LED-BED LS900. Bruksanvisning för DENNA BRUKSANVISNING GÄLLER FÖR MJUKVARUVERSION 1.9. KNOP Rehatek AB

Installationsmanual 501 GPS Tracker

Digital isoleringstestare, 2500V Modell:

Digital Varvtalsmätare Testo 460. Bruksanvisning


MTB-7400QD MANUAL. 7 Wide TFT LCD Quad Digitalt Färg System VARNING. RISK FÖR ELEKTRISK CHOCK ÖPPNAS EJ

1000TR TEMP. Svensk manual

Bruksanvisning & Installation. Echopilot FLS-GoldII. Framåtseende ekolod Från Frigus AB

196/196 M Innehållsförteckning

Bruksanvisning ELMA 21 LCR MULTIMETER / E:nr Göteborg 2003

2 Montering av sensorer på tanken Läs först det gröna dokumentet och montera sensorerna enligt instruktionerna på t ex nivåerna ¼, ½ och ¾. Tänk på at

Ontech Control för Android Användarmanual Svenska

Tovenco Bruksanvisning

Rekonditionering. EPIsafe 2 GSM. Art.nr Programversion x.x.x eller senare. Rev PA1 SE

Manuell SMARTCD.G

Labkotec AB Ekbacksvägen 28 SE BROMMA SVERIGE Tel Fax Internet: GA-2

Gobius Fritid för slutna avfallstankar. Installationsanvisning. Börja här

Användarmanual Personräknare med LCD Display TP 002

Nivåmätare HD700. HONDA HD doc sidan

Andra ka llan till ro relse

- INNOVATION DRIVEN PERFORMANCE GEBRUIKERSHANDLEIDING SMARTSOCKETS-SERIE Nm. Gebruikershandleiding voor alle Smart Sockets

5. Vill du ansluta Gobius till ett extra instrument från t ex VDO, Wema, Faria eller annat fabrikat, skall du använda den analoga

PD-501HR. CD Player GEBRUIKSAANWIJZING BRUKSANVISNING

Immigratie Bank. Bank - Algemeen. Bank - Openen van een bankrekening. Kan jag ta ut pengar i [land] utan att behöva betala extra avgifter?

UDR-Plus Dörrlarm. axema Sida 1. Art. nr / E UDR Plus är ett kompakt dörrlarm, för att övervaka alla typer av dörrar

SRE 234 E. 4 > u 1 = FIN

Bruksanvisning. Digital styrpanel Digi II. Model För kontaktorboxar: WE WE WE

JAMAR Plus+ Handdynamometer

Installation Farthållare Toyota iq 2009->

Elektromagnetiska flödesmätare. Modell AMC2100

Compact Hi-Fi Stereo System

INSTALLATIONSMANUAL COBRA 4400FD12. Fiat Ducato husbil 2012->

Gobius 1 överfyllnadsskydd för septiktankar, ny version 5.0

Bruksanvisning Flödesvakt SI5010 SI / / 2010

Kontrollmetoder MCV12-10 VDO DTCO1381 med MKII enhet

Monteringsinstruktion WiPro "all in one" Fiat Ducato 250 (Euro 5, from modell 2012) Version 05/12

Bruksanvisning Sportstimer

Installationsmanual Parkmaster 294F

Tovenco Bruksanvisning

TD Kapitel 6 Installation ADR-Variant. Service only

Fresh TPC. Styrenhet med Touch display Installationsmanual. Installationsmanual

Nya Gobius för septiktankar, version 4. Installationsanvisning. Börja här

Transkript:

Handling a complex world VDO Ocean Line Combi Montage- en bedieningshandleiding Monterings- och bruksanvisningar

Montage- en bedieningshandleiding bladzijde 2-29 Monterings- och bruksanvisningar Sida 32-59 1

Inhoudsopgave Voorwoord 4 1 Veiligheidsaanwijzingen 5 voor de montage 5 voor het onderhoud 6 Het onderhoud van de VDO Ocean Line Combi 6 2 De VDO Ocean Line Combi 7 2 1 De componenten van de installatie 8 2 2 Toebehoren 8 3 De functie van de VDO Ocean Line Combi 9 3 1 Weergaven 8 3 2 Instelmogelijkheden 8 3 3 De displayweergaven 9 3 4 De basisinstellingen 10 3 4 1 Keuze van de weergave-eenheden 10 3 4 2 voor de snelheid van de boot 11 3 4 3 Keuze van het displaycontrast 11 3 4 4 Instellen van de meter 12 3 4 5 Instellen van de verlichting 12 3 4 6 Keuze master / repeater 12 3 4 7 Bron snelheidssignaal 13 3 4 8 Instellen van de correctiefactor van de log 13 3 4 9 Instellen van de kieldiepte 15 3 4 10 Instellen van de demping van de diepteaanduiding 16 3 4 11 Keuze van de displayweergaven 17 3 4 12 Activeren van de simulatiemodus 17 3 4 13 Beëindigen van de instellingen 17 3 5 De hoofdfuncties 18 4 De sensoren 20 5 De NMEA - interface 21 6 De Easy Link - interface 21 2

Inhoudsopgave 7 De installatie van de VDO Ocean Line Combi 22 7 1 De elektrische installatie van het basistoestel 23 7 2 De elektrische installatie van de repeater 24 7 3 Aansluitvoorbeelden 25 7 4 Kabellengten 26 8 Menustructuur settings 27 9 Technische gegevens 28 13 Aansluiting van de Easy Link meters 29 3

Document hoort altijd aan boord te zijn! Voorwoord U hebt met de aankoop van een instrument uit het VDO Marineprogramma gekozen voor een kwalitatief hoogwaardig product, dat volgens de laatste stand van de techniek is vervaardigd Moderne productieprocessen en het in acht nemen van de thans geldende kwaliteitsnormen garanderen dat onze producten in een perfecte staat de fabriek verlaten Wij danken u voor de goede keus en we zijn ervan overtuigd dat dit systeem op zee een goede hulp is en voor de nodige veiligheid zorgt Om een gemakkelijke en veilige omgang met uw VDO Ocean Line Combi te waarborgen, dient u alle functies van de installatie te leren kennen Trek hiervoor a u b voldoende tijd uit en lees deze handleiding aandachtig en volledig door Copyright by Siemens VDO Trading GmbH 2004 Alle rechte voorbehouden 4

1 Veiligheidsaanwijzingen Alle in dit handboek opgenoemde aanwijzingen dienen exact te worden opgevolgd Let vooral op de tekstpassages die met dit symbool zijn gekenmerkt Het zijn aanwijzingen die voor de werking van de installatie en voor uw veiligheid bijzonder belangrijk zijn Het gebruik van de Ocean Line Combi ontheft u niet van de verantwoordelijkheid over uw schip en vereist goed zeemanschap Gebruik naast de interpretatie van de weergegeven waarden, ook altijd uw zeemanservaring! Veiligheidsaanwijzingen voor de montage: De inbouw van de componenten dient u door uw werf of door een gespecialiseerd bedrijf te laten uitvoeren Indien u de werkzaamheden zelf uitvoert, dient u geschikte veiligheidskleding te dragen Draag geen wijd zittende kleding Draag bij lang haar altijd een haarnetje Kleding en haren kunnen door bewegende of draaiende onderdelen worden gegrepen Bij werkzaamheden aan het boordnet is het dragen van metalen of geleidbare sieraden zoals kettingen, ringen en armbanden enz niet toegestaan Voor het begin van de werkzaamheden dient de minpool van de accu te worden losgekoppeld, omdat er anders gevaar voor kortsluiting bestaat Kortsluitingen kunnen kabelbrand, explosie van de accu en beschadigingen aan andere elektronische systemen veroorzaken Bij het loskoppelen van de accu dient u er op te letten dat alle vluchtige elektronische geheugens van uw ingevoerde waarden verloren gaan en opnieuw dienen te worden geprogrammeerd De VDO instrumenten zijn met niet vluchtige geheugens uitgerust Explosiegevaar! Laat voor begin van de werkzaamheden in de motorruimte bij benzinemotoren de motorventilator lopen 5

Zorg bij de inbouwplek van het instrument voor de nodige vrije ruimte achter de inbouwopening De inbouwopening met een boormachine voorboren en met een gaten- of decoupeerzaag uitzagen (let op de aanwijzingen van de fabrikant van het handgereedschap) Let bij de keuze van de inbouwplek voor de sensor er op dat geen stringer wordt aangeboord Let ook op meubilair, bodemplanken, bakskisten, leidingen enz Bij het afdichten van de sensor met afdichtmiddel, kunnen dampen van oplosmiddelen vrijkomen Zorg voor voldoende ventilatie Let op de verwerkingsaanwijzingen van de fabrikant van het afdichtmiddel Bij noodzakelijke werkzaamheden zonder spanningsonderbreking mag alleen met geïsoleerd gereedschap worden gewerkt De elektrische aansluitingen van het afleesapparaat en de daaraan aangesloten leidingen moeten tegen direct aanraken en tegen beschadigingen worden beschermd Condensatoren in het toestel kunnen geladen zijn, zelfs wanneer het toestel van alle voedingsbronnen is losgekoppeld De gebruikte leidingen moeten over een voldoende isolatie resp spanningsvastheid beschikken en de contactplaatsen moeten over een contactbeveiliging beschikken Ook de elektrisch geleidende onderdelen van de aangesloten verbruikers dienen door betreffende maatregelen tegen direct contact te worden beschermd Het wegwerken van metaal blanke leidingen en contacten is niet toegestaan Veiligheidsaanwijzingen voor het onderhoud: Reparaties aan de onderdelen van de installatie mogen uitsluitend door geautoriseerd vakpersoneel worden uitgevoerd De onderdelen van de installatie voldoen aan de desbetreffende veiligheidsrichtlijnen Het onderhoud van de VDO Ocean Line Combi Het afleesapparaat is onderhoudsvrij Gebruik voor de reiniging van de meter een vochtige, niet pluizende of antistatische poetsdoek Gebruik geen reinigingsmiddelen 6

2 De VDO Ocean Line Combi Analoge schaal LC-display Drukknop De VDO Ocean Line Combi is een gecombineerde snelheids- en dieptemeter en is bedoeld voor het gebruik in de sportscheepvaart Het afleesapparaat laat op de analoge schaal zien wat de actuele waterdiepte is De bootsnelheid, afgelegd traject alsook andere waarden en bedieningshulpmiddelen verschijnen op de LC-display Het apparaat beschikt over een drukknop aan de voorkant van het apparaat, waarmee alle functies kunnen worden geselecteerd Bovendien kan er een externe drukknop worden aangesloten Dit kan noodzakelijk zijn indien het apparaat op een plek wordt gemonteerd waar een directe bediening niet mogelijk is De omgang met het apparaat is eenvoudig en ongecompliceerd Alarmen worden zowel optisch op de LC-display, alsook door het geïntegreerde akoestische waarschuwingssignaal waargenomen De meter beschikt over sensoringangen voor analoge en NMEA VDO sensoren Verder staat een CAN interface voor de communicatie met hulpapparaten ter beschikking 7

2 1 De componenten van de installatie Er wordt het volgende geleverd: - Meter Ocean Line Combi - Bevestigingsmateriaal voor de meter - Montage- en bedieningshandleiding 2 2 Toebehoren De toebehoren worden niet meegeleverd: - Frontringen Ocean Line in verschillende kleuren - Combisensor voor spiegelmontage - Combisensor voor de montage in een vloerkoker - Ocean Line sumlog sensor analoog - Ocean Line echoloodsensor De bestelnummers van de sensoren vindt u op blz 20 3 De functies van de VDO Ocean Line Combi 3 1 Weergaven: - Waterdiepte tot 30 m /30 feet (weergave met behulp van wijzer) - Waterdiepte meer dan 30 m/30 feet (weergave op de LC-display) - Bootsnelheid (weergave op de LC-display) - Afgelegd traject per dag (weergave op de LC-display) - Totaal afgelegd traject (weergave op de LC-display) - Zeewatertemperatuur (weergave op de LC-display) - Boordspanning (weergave op de LC-display) 3 2 Instelmogelijkheden: 8 - Keuze van de verlichtingssterkte in 8 gradaties - Keuze van het displaycontrast - Keuze van de weergave-eenheid in metrische, Engelse of US eenheden - Instellen van een dieptealarm - Keuze van de sensor voor de bootsnelheid - Keuze van de sensor voor de waterdiepte - Verlichting intern / extern - Keuze van de displaymodi - Activeren van de simulatiemodus

3 3 De displayweergaven E D A B C A Weergave van het ISO symbool van de betreffende meetwaarde B Weergave van de waterdiepte Weergave van de bootsnelheid Weergave van het totale en per dag afgelegde traject Weergave van de watertemperatuur Weergave van de boordspanning B C D E Weergave van de actuele meetwaarde Weergave van de eenheid van de actuele meetwaarde SIM verschijnt wanneer de meter in de simulatiemodus wordt gebruikt DPT verschijnt knipperend wanneer de sensor geen verwerkbaar echo ontvangt 9

3 4 De basisinstellingen De voor een correcte werking noodzakelijke basisinstellingen kunnen in de settings worden geselecteerd U bereikt de settings door drukken en vasthouden van de drukknop terwijl u de voeding van de meter inschakelt - Display Units Keuze van de weergave-eenheid (z blz 10) - Speed Units Keuze van de weergave-eenheid (z blz 11) - Change LCD Contrast Keuze van het displaycontrast (z blz 11) - Change Gauge Config Instellen van de bedrijfsfuncties (z blz 12) - Screens on / off Keuze van de displayweergaven (z blz 17) - Simulator Mode Activeren van de simulatiemodus (z blz 17) - Exit Setup Beëindigen van de instellingen (z blz 17) Om een waarde te veranderen (bijv van No naar Yes), drukt u even op de drukknop Om een waarde niet te veranderen, houdt u de drukknop ingedrukt totdat de ingestelde waarde eenmaal knippert Laat vervolgens de drukknop onmiddellijk los Hierdoor wordt de weergegeven instelling overgenomen Drukt u niet op de drukknop, dan wordt de weergegeven instelling na 10 seconden automatisch overgenomen 3 4 1 De keuze van de weergave-eenheden (Display Units) De waarden voor de waterdiepte (m/feet) en de watertemperatuur ( C/ F) kunnen naar keuze in metrische (METRIC) of Imperial (ENGLISH) eenheden worden weergegeven Voer de keuze van de eenheden (Engels Unit) als volgt uit: Voorbeeld: DISPLAY UNITS METRIC Drukknop drukken DISPLAY UNITS ENGLISH In het weergegeven voorbeeld wordt de eenheid van METRIC naar ENGLISH veranderd 10

3 4 2 De keuze van de weergave-eenheid voor de bootsnelheid (Speed Units) De waarden voor de snelheid van de boot kunnen naar keuze in kn, km/h of mph worden weergegeven Voer de keuze van de eenheden als volgt uit: Voorbeeld: SPEED UNITS KN Drukknop drukken SPEED UNITS KMH In het weergegeven voorbeeld wordt de eenheid van knopen naar km/h veranderd 3 4 3 De keuze van het displaycontrast (Change LCD Contrast) Door op de drukknop te drukken, kan uit 8 verschillende gradaties voor het contrast van de LCD-weergave worden gekozen Voer de keuze voor het contrast als volgt uit: Voorbeeld: CHANGE LCD CONTRAST Drukknop drukken CHANGE LCD CONTRAST In het weergegeven voorbeeld wordt het contrast met één gradatie verhoogd Indien bij het maximale contrast (balk over de gehele displaybreedte) op de drukknop wordt gedrukt, dan springt de weergave naar het minimale contrast (balk niet zichtbaar) 11

3 4 4 Instellen van de meter (Change Gauge Config) In dit menu vindt u: - External Illumination Instellen van de verlichting (z blz 12) - Gauge is a Keuze master / repeater (z blz 12) - Speed Comes From Bron voor snelheidssignaal (z blz 13) - Change K-Faktor Instellen van de correctiefactor van de log (z blz 13) - Change Keel Settings Instellen van de kieldiepte (z blz 15) - Depth Damping Instellen van de demping van de diepteaanduiding (z blz 16) 3 4 5 Instellen van de verlichting (External Illumination) Selecteer hier of de verlichting van de Ocean Line Combi en de aangesloten bustoestellen intern of extern wordt gestuurd Keuze uit: EXTERNAL De verlichting wordt via een ingang van de 14-polige stekker in- en uitgeschakeld Het dimmen van de verlichting is hierdoor niet mogelijk INTERNAL De verlichting wordt in de normale bedrijfsmodus door drukken en vasthouden van de drukknop in 8 gradaties geregeld Let er op dat de instelling van de verlichting alleen bij displayweergave speed, watertemperatuur en boordspanning mogelijk is Bij de displayweergave depth en trip / distance heeft het ingedrukt houden van de drukknop een andere functie 3 4 6 Keuze master / repeater (Gauge is a ) Selecteer hier of de meter als hoofdtoestel (master) of als repeater dient te worden ingezet Keuze uit: MASTER De meter ontvangt meetwaarden van de sensoringangen REPEATER De meter ontvangt meetwaarden van de CAN bus De sensoringangen zijn gedeactiveerd In deze bedrijfsmodus staan de volgende basisinstellingen ter beschikking: - Speed Comes From - Change K-Faktor - Change Keel Settings - Set Alarm 12

3 4 7 Bron snelheidssignaal (Speed Comes From) Selecteer hier welke sensor aangesloten is Keuze uit: NMEA Transmount of Triducer Combi sensor FREQ INPUT Ocean Line Sumlogsensor Houd er rekening mee dat de meter zelfstandig herkent of een NMEA Combi sensor of de Ocean Line Depth sensor aangesloten is Wanneer de Ocean Line Depth sensor is aangesloten, dient u daarnaast de Ocean Line Sumlogsensor aan te sluiten en FREQ INPUT te selecteren 3 4 8 Instellen van de correctiefactor van de log (Change K-Faktor) Om zo exact mogelijke snelheids- en trajectgegevens te verkrijgen, moet na de montage van de installatie een kalibrering van uw VDO Ocean Line Combi worden uitgevoerd Bepaal op de zeekaart twee markante punten De gedefinieerde afstand tussen deze punten vormt het meettraject Tijdens de vaart tussen de twee punten meet de VDO Ocean Line Combi de afgelegde afstand Bij stromende wateren is het noodzakelijk de meting in beide richtingen uit te voeren, om de invloed van de stroming op het meetresultaat te compenseren 2,0 nm Voer de meting met een zo constant mogelijke snelheid uit Zorg er voor dat aan het begin van de meting de kalibreerfactor C=1,00 is (toestand bij levering) en dat de deeltraject-teller op nul is gezet Het navolgende voorbeeld heeft betrekking op een meting in stilstaand water met een meettraject van 2,00 zeemijl (nm) Vaar naar het vertrekpunt A van het meettraject toe Wanneer het vertrekpunt A dwarsscheeps ligt, zet u de deeltraject-teller op nul Vaar het meettraject in een rechte lijn en noteer de aangegeven waarde (hier: 1,66 nm), wanneer het eindpunt B dwarsscheeps ligt Voer de 13

berekening van de kalibreerfactor C volgens de onderstaande formule uit: daadwerkelijk afgelegd traject (A-B) 2,00 nm C= = displayweergave (A-B) 1,66 nm = 1,2 Voer nu de berekende kalibreerfactor C (hier 1,2) als volgt in: CHANGE FACTOR YES Current Factor: 1,0 Drukknop niet drukken SET FACTOR Drukknop niet drukken 1,0 De momenteel ingestelde kalibreerfactor (toestand bij levering: 1,0) verschijnt Door de drukknop ingedrukt te houden, wordt de kalibreerfactor continu verhoogd Na 3 seconden wordt de veranderingssnelheid van de kalibreerfactor verhoogd Door even op de drukknop te drukken, kan de veranderingsrichting worden veranderd Dit wordt door het omdraaien van de pijl aangeduid Het instelbereik van de kalibreerfactor gaat van 0,1 tot 10,0 Na het bereiken van 10,0 springt de kalibreerfactor weer op 0,1 Wanneer de drukknop gedurende ca 5 seconden niet wordt bediend, dan wordt de ingestelde kalibreerfactor opgeslagen en de displayweergave gaat dan automatisch naar het volgende Wordt de meting in stromend water uitgevoerd, dan dienen de stappen voor de meting van de afstand voor de tegengestelde richting (meettraject C-D) te worden herhaald 14

De kalibreerfactor C wordt dan volgens de volgende formule berekend: C= daadwerkelijk afgelegd traject (A-B) + (C-D) displayweergave (A-B) + (C-D) Gebruik niet de GPS navigator als referentie voor de kalibrering van de VDO Ocean Line Combi De GPS navigator geeft snelheid over grond (SOG) aan De VDO Ocean Line Combi daarentegen meet de snelheid door het water 3 4 9 Instellen van de kieldiepte (Change Keel Settings) OFFSET = kieldiepte Selecteer of de meter de diepte onder kiel / aandrijving (Depth under Keel), of de diepte onder oscillator moet weergeven SHOW DEPTH UNDER KEEL NO Selecteert u "NO", dan wordt het menupunt verlaten en de meter geeft de diepte onder oscillator weer SHOW DEPTH UNDER KEEL YES Selecteert u "YES", dan wordt u gevraagd om de kieldiepte (verschil onderkant sensor - onderkant kiel/aandrijving) in te voeren SHOW DEPTH UNDER KEEL YES Drukknop vasthouden totdat "YES" even knippert 15

SET KEELDEPTH Drukknop niet indrukken De momenteel ingestelde kieldiepte (hier basisinstelling: 1,0) verschijnt 1,0 m Door het vasthouden van de drukknop wordt de kieldiepte verhoogd Na 3 seconden wordt de veranderingssnelheid van de kieldiepte verhoogd Door even op de drukknop te drukken, kan de veranderingsrichting worden veranderd Dit wordt door het omdraaien van de pijl aangeduid Het instelbereik van de kieldiepte gaat van 0,1m (0,4ft) tot 9,7m (32ft) Na het bereiken van 9,7m (32ft) springt de kieldiepte weer terug naar 0,1m (0,4ft) Wanneer de drukknop gedurende ca 5 seconden niet wordt bediend, dan wordt de ingestelde kieldiepte opgeslagen en de displayweergave gaat dan automatisch naar het volgende 3 4 10 Instellen van de demping van de diepteaanduiding (Depth Damping) De demping van de weergave kan aan de hand van de bodemeigenschappen (rotsachtig, modderachtig) en de watereigenschappen (zoet, zout, brak water) in 4 gradaties (OFF, LOW, MIDDLE, HIGH) worden ingesteld Stel de gevoeligheid als volgt in: DEPTH Damping LOW Drukknop drukken DEPTH Damping MIDDLE In het weergegeven voorbeeld wordt de gevoeligheid van laag (LOW) naar medium (MIDDLE) veranderd 16

3 4 11 Keuze van de displayweergaven (Screens on / off) Selecteer hier welke meetwaarden in de normale bedrijfsmodus weergegeven dienen te worden Keuze uit: YES Hier worden achtereenvolgens alle meetwaarden met hun ISO symbool weergegeven U kunt door het selecteren van NO de meetwaarde uit de normale bedrijfsmodus verwijderen Indien de meetwaarde weer weergegeven dient te worden, kiest u wanneer het ISO symbool van de meetwaarde wordt weergegeven voor YES NO Er worden geen wijzigingen aan de instelling uitgevoerd 3 4 12 Activeren van de simulatiemodus (Simulator Mode) Selecteer hier of de simulatiemodus dient te worden ingeschakeld Keuze uit: YES De simulatiemodus wordt ingeschakeld De meter genereert nu voor alle meetwaarden willekeurige waarden en laat deze zien De meetwaarden worden eveneens naar de aangesloten instrumenten overgebracht NO De simulatiemodus wordt uitgeschakeld Houd er rekening mee dat de simulatiemodus na het uit- en weer inschakelen van de meter verder geactiveerd blijft wanneer hij niet door het selecteren van NO wordt uitgeschakeld Wanneer de meter zich in de simulatiemodus bevindt, verschijnt op de display een knipperende "SIM" tekst 3 4 13 Beëindigen van de instellingen (Exit Setup) Selecteer hier of de settings verlaten dienen te worden Keuze uit: YES De settings worden verlaten, de meter start opnieuw in de normale bedrijfsmodus NO De settings worden weer opnieuw gestart 17

3 5 De hoofdfuncties De hoofdfuncties van de VDO Ocean Line Combi zijn via de drukknop op te roepen Met elke druk op de knop wordt de volgende meetwaarde weergegeven - Bootsnelheid - Waterdiepte - Zeewatertemperatuur - Totaal afgelegd traject - Boordspanning Wanneer u de drukknop gedurende 4 seconden ingedrukt houdt, kunt u naar gelang de weergegeven waarde een subfunctie selecteren Weergegeven waarde: Bootsnelheid Waterdiepte Watertemperatuur Totaal en dagtraject Boordspanning Subfunctie: Veranderen van de verlichting Instellen van het alarm Veranderen van de verlichting Wissen van het dagtraject Veranderen van de verlichting Veranderen van de verlichting: De rolbalk voor de instelling van de verlichting verschijnt Door meerdere keren op de drukknop te drukken, kunt u de verlichting van de toerentalmeter en de aangesloten bus meters in 8 gradaties veranderen De meter springt 8 seconden na de laatste druk op de knop terug naar de normale bedrijfsmodus De instelling van de verlichting blijft ook na het uit- en weer inschakelen van de voeding gehandhaafd Houd er rekening mee dat de instelling van de verlichting alleen mogelijk is, wanneer binnen de instelling "External Illumination INTERN ingesteld is Instellen van het alarm: USE ALARM? NO 18

Selecteert u hier "YES", dan wordt u gevraagd om de alarmdiepte in te voeren USE ALARM? YES Drukknop ingedrukt houden totdat "YES" even knippert 1,5 m Door het ingedrukt houden van de drukknop wordt de alarmdiepte verhoogd Na 3 seconden wordt de veranderingssnelheid van de alarmdiepte verhoogd Door even op de drukknop te drukken, kan de veranderingsrichting worden veranderd Dit wordt door het omdraaien van de pijl aangeduid Het instelbereik van de alarmdiepte gaat van 0,1m (0,4ft) tot 18,2m (60ft) Na het bereiken van 18,2m (60ft) springt de alarmdiepte weer terug naar 0,1m (0,4ft) Wanneer de drukknop gedurende ca 5 seconden niet wordt bediend, dan wordt de ingestelde alarmdiepte opgeslagen en de displayweergave keert dan weer terug naar de diepteaanduiding Wanneer nu de ingestelde alarmdiepte wordt onderschreden, klinkt een akoestisch alarm en de diepteaanduiding op de display knippert omgekeerd Door een druk op de drukknop wordt het akoestisch alarm uitgeschakeld De display blijft doorknipperen totdat de alarmdiepte weer is overschreden Wordt er een andere dan de dieptefunctie op de display weergegeven, dan klinkt om de 3 minuten het akoestisch alarm Deactiveren van het alarm: USE ALARM? YES Drukknop drukken USE ALARM? NO Het alarm is nu gedeactiveerd Er wordt geen akoestische en optische waarschuwing afgegeven 19

Wissen van het dagtraject: TRIP RESET? NO Drukknop drukken TRIP RESET? YES Het dagtraject (Trip) wordt nu op 0,0 gezet Het totale traject (Dist) kan niet worden gewist 4 Sensoren Er kunnen de volgende sensoren aan de VDO Ocean Line Combi worden aangesloten: X11-719-000-053 NMEA combisensor voor spiegelmontage Deze sensor levert NMEA gegevens voor bootsnelheid, waterdiepte en watertemperatuur X11-719-000-058 NMEA combisensor voor de montage in een vloerkoker Deze sensor levert NMEA gegevens voor bootsnelheid, waterdiepte en watertemperatuur N01 140 302 Ocean Line sumlog sensor analoog Deze sensor levert een frequentie als meetwaarde voor de bootsnelheid N01 410 806 Ocean Line echoloodsensor Deze sensor levert een frequentie als meetwaarde voor de water- diepte 20

5 De NMEA interface De VDO Ocean Line Combi ontvangt gegevens van een NMEA sensor Deze gegevens worden via de interface NMEA 0183 overgedragen De gegevens die de meter ontvangt, vindt u in de navolgende tabel Verdere informatie vindt u in de betreffende hoofdstukken van de NMEA 0183 norm Lijst van de meetwaarden NMEA 0183: Meetwaarde: Bootsnelheid Waterdiepte Watertemperatuur NMEA record: $xxvhw $xxdbt $xxdpt $xxmtw 6 De Easy Link interface De VDO Ocean Line Combi meter zendt alle ontvangen gegevens via de Easy Link interface naar de aangesloten Easy Link slave meter De slave meters werken volgens het "Plug and Play principe Dit betekent dat ze tijdens het bedrijf gewoon kunnen worden aangesloten en dat ze onmiddellijk operationeel zijn Het is niet noodzakelijk om de VDO Ocean Line Combi meter te configureren Op het moment van het in druk gaan van deze handleiding zijn de volgende Easy Link slave meters beschikbaar: - Voltmeter 8-16V bestelnr N02 413 066 - Voltmeter 18-32V bestelnr N02 413 058 21

7 De installatie van de VDO Ocean Line Combi 0,3 m ø105 mm ø86 mm 73 mm A of B A B 0,5 6,5 mm 6,5 16,5 mm 22

7 1 De elektrische installatie van het basistoestel H P A G Pin: toewijzing: A Contact voor externe drukknop B Easy Link Data C CAN low D CAN high E Voeding Easy Link F Voeding sensor G Voeding Combi (kl 30) H Externe verlichting J Easy Link en sensor massa K NMEA A L NMEA B M Signaalingang logsensor N Ontsteking plus (kl 15) P Massa (Kl 31) 23

7 2 De elektrische installatie van de repeater H P A G Pin: toewijzing: A Contact voor externe drukknop B Easy Link Data C CAN low D CAN high E Voeding Easy Link F vrij G Voeding Combi (kl 30) H Externe verlichting J Easy Link massa K vrij L vrij M vrij N Ontsteking plus (kl 15) P Massa (kl 31) Voor de communicatie van de repeater met het basistoestel dienen de CAN leidingen (pin C en pin D) van basistoestel en repeater te worden verbonden 24

Gebruik voor de aansluiting van het toestel de kabelboom X11-719- 000-073 De volgende opstelling beschrijft de kabelkleuren van de aansluitkabel: Functie 14-pol stekker Kleur ext drukknop Pin A roze CAN-L Pin C donkerblauw CAN-H Pin D groen Voeding sensor Pin F rood Voeding kl 30 Pin G rood Verlichting kl 58 Pin H grijs NMEA A Pin K wit NMEA B Pin L lichtblauw/wit Log signaalpin M groen/wit Ontsteking plus kl 15 Pin N rood/zwart Massa kl 31 Pin P zwart 7 3 Aansluitvoorbeelden: 1 Externe drukknop Pin A grijs drukknop 2 Repeater: BasistoestelRepeater Pin C donkerblauw pin C Pin D groen pin D 25

3 Analoge sumlog sensor Er kunnen sumlog sensoren van de serie VDO LOGIC en VDO Ocean Line worden aangesloten Verwijder hiervoor de stekker bij de sensorkabel en voer de aansluiting volgens onderstaande afbeelding uit Pin F Pin M Pin P wit groen bruin 4 VDO Ocean Line echoloodsensor De echoloodsensor N01 430 402 uit de serie Ocean Line kan eveneens aan de Ocean Line Combi worden aangesloten Verwijder hiervoor de stekker bij de sensorkabel en voer de aansluiting volgens de onderstaande afbeelding uit Pin F Pin K Pin P bruin groen wit Pin L 7 4 Kabellengten De toegestane kabellengten bedragen: - voor de NMEA sensorleidingen 10 m - voor de analoge sensorleidingen 20 m - voor de CAN bus (repeater) 20 m - voor de Easy Link bus 20 m Het totale aantal van Easy Link meters dat aan de Easy Link bus worden aangesloten, mag niet meer dan 20 zijn (zie blz 29) 26

8 Menustructuur settings verder naar bladzijde 28 27

van bladzijde 27 9 Technische gegevens Voeding: Stroomverbruik: 28 10 tot 30 VDC ca 120 ma zonder verlichting ca 140 ma met verlichting rood, dimbaar, display amber -20 tot +70 C IP 65 volgens IEC 529, aan de voorkant CE volgens EMC 83/336/EEG Verlichting: Bedrijfstemperatuur: Beschermingsklasse: EMC: Data-ingang: NMEA 0183 Ocean Line Depth sensor Ocean Line Log sensor Data-uitgang: Afmetingen: Aansluiting: VDO Easy Link bus 85 mm inbouwdiameter 73 mm inbouwdiepte (incl kabel) Delphistekker, GT 150 sealed

10 Aansluiting van de Easy Link meters Verbind de Easy Link meters volgens de onderstaande tabel met de VDO Ocean Line Combi: Ocean Line Combi: Pin B Pin E Pin J Easy Link meter: Pin 3 (geel) Pin 1 (rood) Pin 2 (blauw) Ocean Line Combi Easy Link meter 1 Easy Link meter 2 Easy Link meter 3 max 20 m kabellengte 29

30

Monterings- och bruksanvisningar 31

Innehållsförteckning Förord 34 1 Säkerhetsanvisningar 35 för montering 35 för underhåll 36 Skötsel av VDO Ocean Line Combi 36 2 VDO Ocean Line Combi 37 2 1 Anläggningens komponenter 38 2 2 Tillbehör 38 3 Funktioner VDO Ocean Line Combi 38 3 1 Visade värden 38 3 2 Inställningsmöjligheter 38 3 3 Visningar på displayen 39 3 4 Grundinställningar 40 3 4 1 Val av visningsenheter 40 3 4 2 Val av visningsenhet för båtens hastighet 41 3 4 3 Val av kontrasten på displayen 41 3 4 4 Inställning av instrumentet 42 3 4 5 Inställning av belysningen 42 3 4 6 Val av huvud-/sekundärinstrument 42 3 4 7 Källa hastighetssignal 43 3 4 8 Inställning av loggkorrekturfaktorn 43 3 4 9 Inställning av köldjupet 45 3 4 10 Inställning av djupdämpningen 46 3 4 11 Val av visningar på displayen 47 3 4 12 Aktivering av simulationsmod 47 3 4 13 Inställningarna avslutas 47 3 5 Huvudfunktioner 48 4 Sensorer 50 5 NMEA - gränssnitt 51 6 Easy Link - gränssnitt 51 32

Innehållsförteckning 7 Installation av VDO Ocean Line Combi 52 7 1 Elektrisk installation som huvudinstrument 53 7 2 Elektrisk installation som sekundärinstrument 54 7 3 Anslutningsexempel 55 7 4 Kabellängder 56 8 Menystruktur settings 57 9 Tekniska data 58 13 Anslutning Easy Link visare 59 33

Detta dokument bör alltid ligga ombord! Förord I och med köpet av ett instrument ur VDO marinprogrammet har du bestämt dig för en kvalitativt förstklassig produkt som tillverkats enligt teknikens senaste rön Moderna tillverkningsmetoder som överensstämmer med för närvarande gällande kvalitets-säkringsnormer garanterar att våra produkter lämnar vår fabrik i felfritt tillstånd Vi tackar för ditt goda val och är övertygade om att detta system kommer att vara dig till stor hjälp till sjöss och ge dig ytterligare säkerhet För att du skall kunna hantera din VDO Ocean Line Combi enkelt och tillförlitligt bör du sätta dig in i anläggningens alla funktioner Ta dig tid att läsa igenom föreliggande anvisningar uppmärksamt och fullständigt Copyright by Siemens VDO Trading GmbH 2004 Alla rättigheter förbehålls 34

1 Säkerhetsanvisningar Följ alla anvisningar i denna handbok noggrant Ge särskilt akt på alla avsnitt som är markerade med denna symbol och som gäller anvisningar som är särskilt viktiga för drift av anläggningen och för din säkerhet Användningen av Ocean Line Combi fritar dig inte från ditt ansvar för din båt och kräver sjömannamässigt handlande Utnyttja också alltid din erfarenhet som sjöman för att tolka de visade värdena! Säkerhetsanvisningar för montering: Antingen bör du låta ditt varv utföra installationen av komponenterna eller en fackman som specialiserat sig på detta Om du själv utför arbetena bör du använda lämplig skyddsklädsel, inte några vida kläder Om du har långt hår bör du använda ett hårnät Rörliga och roterande detaljer kan gripa tag i kläder och hår Vid arbeten med båtens elektriska utrustning är det inte tillåtet att bära smycken av metall eller ledande material som halsband, armband, ringar osv Innan arbetena påbörjas skall batteriets minuspol lossas eftersom det annars föreligger risk för kortslutning Kortslutningar kan förorsaka kabelbränder, batteriexplosioner och skador på andra elektroniska system Tänk på att alla inmatade värden i flyktiga elektroniska minnen går förlorade när batteriet kopplas ifrån och måste då matas in på nytt VDO instrumenten är inte utrustade med flyktiga minnen Explosionsrisk! Låt fläkten gå innan du börjar med arbeten i motorrummet med bensinmotorer Välj placeringen för instrumentet så att det finns tillräckligt med fritt utrymme bakom monteringsöppningen Förborra monteringsöppningen med borr och såga upp hålet med hål- eller sticksåg (följ verktygstillverkarens säkerhetsanvisningar) Se till vid val av monteringsplatsen för givaren att du inte borrar i någon stringer Ge också akt på möbler, bottenplankor, lådor, ledningar osv 35

När givaren tätas med tätningsmassa kan det uppstå lösningsmedelsångor Se till att du har ordentlig ventilation och beakta tillverkarens anvisningar för hantering av tätningsmassan Om arbeten blir nödvändiga utan att spänningen bryts får man bara arbeta med isolerade verktyg De elektriska anslutningarna på instrumentet och de anslutna ledningarna måste skyddas mot direkt beröring och mot skador Kondensatorer i instrumentet kan fortfarande vara laddade även om instrumentet kopplats från alla spänningskällor Använda ledningar måste ha tillräcklig isolering resp spänningshållfasthet och kontaktställena måste vara beröringssäkra Även elektriskt ledande detaljer i anslutna förbrukare skall skyddas mot direkt beröring genom lämpliga åtgärder Det är inte tillåtet dra metalliskt blanka ledningar och kontakter Säkerhetsanvisningar för underhåll: Reparationer på anläggningens komponenter får endast genomföras av behörig fackpersonal Anläggningens komponenter har utformats i överensstämmelse med tillämpliga säkerhetsbestämmelser Skötsel av VDO Ocean Line Combi Instrumentet är underhållsfritt Använd en fuktig trasa som inte luddar eller en antistatisk trasa för rengöring Använd inte några rengöringsmedel 36

2 VDO Ocean Line Combi analogskala LC-display knapp VDO Ocean Line Combi är en kombinerad fart- och djupmätare avsedd för använd-ning i sport-båtar I drift visar instrumentet vattendjupet på analogskalan Båtens hastighet, vägsträcka och andra värden och hjälpfunktioner visas på LC-displayen På framsidan har instrumentet en knapp med vilken alla funktioner kan väljas Dessutom är det möjligt att ansluta en extern knapp Detta kan bli nödvändigt om instrumentet monteras på ett ställe som inte är åtkomligt för direkt betjäning Hantering av instrumentet är enkel och okomplicerad Larm signaliseras både optiskt på LC-displayen och genom en integrerad akustisk varningssignal Instrumentet har givaringångar för analoga och NMEA VDO givare Dessutom står ett CAN-gränssnitt till förfogande för kommunikation med sekundär-instrument 37

2 1 Anläggningens komponenter Leveransen omfattar: - instrument Ocean Line Combi - monteringssats för fastsättning av instrumentet - monterings- och bruksanvisningar 2 2 Tillbehör Tillbehör ingår inte i leveransen: - frontringar Ocean Line i olika färger - kombigivare för akterspegelmontering - kombigivare för montering i en bottenhylsa - Ocean Line Sumlog analog givare - Ocean Line ekolodsgivare Artikelnumren för givarna återfinns på sidan 50 3 Funktioner VDO Ocean Line Combi 3 1 Visade värden: - vattendjup upp till 30 m /30 feet (visas med visare) - vattendjup över 30 m / 30 feet (visas på LC-displayen) - båtens hastighet (visas på LC-displayen) - trippdistans (visas på LC-displayen) - total distans (visas på LC-displayen) - sjö/havsvattentemperatur (visas på LC-displayen) - spänning ombord (visas på LC-displayen) 3 2 Inställningsmöjligheter: - val av belysningsstyrkan i åtta steg - val av kontrasten på displayen - val av visning i metermått, engelska eller amerikanska enheter - inställning av ett djuplarm - val av givare för båtens hastighet - val av givare för vattendjup - belysning intern / extern - val av indikeringsmod - aktivering av simulationsmod 38

3 3 Visningar på displayen E D A B C A Visar ISO-symbolen för respektive mätvärde B Visar vattendjupet Visar båtens hastighet Visar total distans och trippdistans Visar vattentemperaturen Visar spänningen ombord B C D E Visar aktuellt mätvärde Visar enheten för det aktuella mätvärdet SIM kommer fram när instrumentet körs i simulationsmod DPT kommer fram blinkande om givaren inte mottar något eko som kan utvärderas 39

3 4 Grundinställningar Nödvändiga grundinställningar för felfri drift kan väljas i settings Du når dessa settings genom att trycka på knappen och hålla knappen tryckt medan du sätter på instrumentets spänningsmatning - Display Units val av visningsenhet (se sid 40) - Speed Units val av visningsenhet (se sid 41) - Change LCD Contrast val av kontrasten på displayen (se sid 41) - Change Gauge Config inställning av driftfunktioner (se sid 42) - Screens on / off val av visningar på displayen (se sid 47) - Simulator Mode aktivering av simulationsmod (se sid 47) - Exit Setup inställningarna avslutas (se sid 47) För att ändra ett värde (t ex från No till Yes) gör du ett kort tryck på knappen Om ett värde inte skall ändras hålls knappen tryckt tills det inställda värdet blinkar en gång Släpp då knappen genast Då lagras den visade inställningen Om du inte trycker på knappen lagras den visade inställningen automatiskt efter 10 sekunder 3 4 1 Val av visningsenheter (Display Units) Värdena för vattendjup (m/feet) och vattentemperatur ( C/ F) kan visas alternativt i metermått (METRIC) eller engelska (ENGLISH) enheter Gå till väga på följande sätt vid val av enheter (på engelska units): Exempel: DISPLAY UNITS METRIC Tryck på knappen DISPLAY UNITS ENGLISH I det visade exemplet slår enheten om från METRIC till ENGLISH 40

3 4 2 Val av visningsenhet för båtens hastighet (Speed Units) Värdena för båtens hastighet kan visas alternativt i knop, km/h eller mph Gå till väga på följande sätt vid val av enheter: Exempel: SPEED UNITS KN Tryck på knappen SPEED UNITS KMH I det visade exemplet slår enheten om från knop till km/h 3 4 3 Val av kontrasten på displayen (Change LCD Contrast) LCD-displayens kontrast kan ändras i åtta steg genom att trycka på knappen Gå till väga på följande sätt vid val kontrasten: Exempel: CHANGE LCD CONTRAST Tryck på knappen CHANGE LCD CONTRAST I det visade exemplet ökas kontrasten ett steg Om man trycker på knappen vid maximal kontrast (balken upptar hela displaybredden) slår kontrasten om till minimal kontrast (balken är inte synlig) 41

3 4 4 Inställning av instrumentet (Change Gauge Config) I denna meny finns: - External Illumination Inställning av belysningen (se sid 42) - Gauge is a Val av huvud-/sekundärinstrument (se sid 42) - Speed Comes From Källa för hastighetssignalen (se sid 43) - Change K-Faktor Inställning av loggkorrekturfaktorn (se sid 43) - Change Keel Settings Inställning av köldjupet (se sid 45) - Depth Damping Inställning av dämpningen av djupmätningen (se sid 46) 3 4 5 Inställning av belysningen (External Illumination) Välj här om belysningen av Ocean Line Combi och anslutna bussinstrument skall styras internt eller externt: Följande kan väljas: EXTERNAL Belysningen tänds och släcks via en ingång på den 14-poliga stickkontakten Dimning av belysningen är då inte möjlig INTERNAL Belysningen regleras i normal driftmod i åtta steg genom att trycka på knappen och hålla knappen tryckt Beakta att inställning av belysningen endast är möjlig när displayen visar speed, vattentemperatur och spänning ombord När displayen visar depth och trip/distance innebär det en annan funktion när knappen hålls tryckt 3 4 6 Val huvud-/sekundärinstrument (Gauge is a ) Välj här om instrumentet skall användas som huvudinstrument eller sekundärinstrument Följande kan väljas: MASTER Instrumentet mottar mätvärden från givaringångarna REPEATER Instrumentet mottar mätvärden från CAN-bussen Givaringångarna är deaktiverade I denna driftmod står följande grundinställningar inte till förfogande: - speed comes from - change K-factor - change keel settings - set alarm 42

3 4 7 Källa hastighetssignal (Speed Comes From) Välj här vilken sensor som är ansluten Följande kan väljas: NMEA Transmount eller Triducer Combi givare FREQ INPUT Ocean Line Sumlog givare Beakta att instrumentet automatiskt registrerar om en NMEA Combi givare eller Ocean Line Depth givare är ansluten Om Ocean Line Depth givaren är ansluten måste du dessutom ansluta Ocean Line Sumlog givaren och välja FREQ INPUT 3 4 8 Inställning av loggkorrekturfaktorn (Change K-Faktor) För att erhålla så noggranna uppgifter för hastighet och distans som möjligt måste en kalibrering av din VDO Ocean Line Combi göras efter installation av anläggningen Staka ut två markanta punkter på sjökortet Den definierade distansen mellan dessa båda punkter bildar mätsträckan Under färden mellan de två punkterna mäter VDO Ocean Line Combi den tillryggalagda distansen I strömmande vattendrag är det nödvändigt att köra mätsträckan i båda riktningarna för att eliminera påverkan av strömt vatten på mätresultatet 2,0 nm Kör mätsträckan med så konstant hastighet som möjligt och vid marschhastighet Innan mätfarten påbörjas måste du se till att kalibreringsfaktorn C = 1,00 (leveranstillstånd) och att trippmätaren står på noll Följande exempel gäller en mätfart i ett stående vattendrag med en mätsträcka på 2,00 sjömil (nm) Kör mot mätsträckans startpunkt A När startpunkt A ligger tvärskepps sätter du trippmätaren på noll Kör mätsträckan i rak linje och notera det visade värdet (här: 1,66 nm) när målpunkten B ligger tvärskepps Gör beräkningen av kalibreringsfaktorn C enligt följande formel: 43

sann tillryggalagd distans (A-B) 2,00 nm C= = visning på displayen (A-B) 1,66 nm = 1,2 Mata nu in den beräknade kalibreringsfaktorn C (här 1,2) på följande sätt: CHANGE FACTOR YES Current Factor: 1,0 Tryck inte på knappen SET FACTOR Tryck inte på knappen 1,0 Den för ögonblicket inställda kalibreringsfaktorn (i leveranstillstånd: 1,0) kommer fram Genom att hålla knappen tryckt ökas kalibreringsfaktorn kontinuerligt Efter tre sekunder ökar kalibreringsfaktorns ändringshastighet Med ett kort tryck på knappen kan ändringsriktningen ändras Detta indikeras genom att pilen ändrar riktning Kalibreringsfaktorns inställningsområde går från 0,1 till 10,0 När 10,0 uppnåtts hoppar kalibreringsfaktorn tillbaka till 0,1 Om knappen inte trycks under ca fem sekunder lagras den inställda kalibreringsfaktorn och displayen går automatiskt till nästa visning Om mätsträckan körs i strömt vatten skall ovan beskrivna arbetsmoment för mätning av distansen upprepas i motsatt riktning (mätsträcka C-D) Kalibreringsfaktorn C beräknas enligt formeln: C= sann tillryggalagd distans (A-B) + (C-D) visning på displayen (A-B) + (C-D) 44

Använd inte GPS navigatorn som referens för kalibrering av VDO Ocean Line Combi GPS navigatorn anger fart över grund (SOG) VDO Ocean Line Combi däremot mäter fart genom vattnet 3 4 9 Inställning av köldjupet (Change Keel Settings) OFFSET = köldjup Välj om instrumentet skall visa djupet under kölen/drivning (depth under keel) eller djupet under oscillatorn SHOW DEPTH UNDER KEEL NO Om du väljer "NO" försvinner menyn och instrumentet visar djupet under oscillatorn SHOW DEPTH UNDER KEEL YES Om du väljer "YES" uppmanas du att mata in köldjupet (skillnaden mellan underkant givare underkant köl/drivning) SHOW DEPTH UNDER KEEL YES Håll knappen tryckt tills "YES" blinkar till SET KEELDEPTH Tryck inte på knappen Det för ögonblicket inställda köldjupet (här grundinställning: 1,0) kommer fram 45

1,0 m Genom att hålla knappen tryckt ökas köldjupet Efter tre sekunder ökar ändringshastigheten på köldjupet Med ett kort tryck på knappen kan ändringsriktningen ändras Detta indikeras genom att pilen ändrar riktning Köldjupets inställningsområde går från 0,1m (0,4ft) till 9,7m (32ft) När 9,7m (32ft) uppnåtts hoppar köldjupet tillbaka till 0,1m (0,4ft) Om knappen inte trycks under ca fem sekunder lagras det inställda köldjupet och displayen går automatiskt till nästa visning 3 4 10 Inställning av djupdämpningen (Depth Damping) Dämpningen kan ställas in i fyra steg (OFF, LOW, MIDDLE, HIGH) allt efter bottnens beskaffenhet (klippbotten, gyttjig botten) och vattenförhållandena (söt-, salt-, brackvatten) Ställ in känsligheten på följande sätt: DEPTH Damping LOW Tryck på knappen DEPTH Damping MIDDLE I det visade exemplet slår känsligheten om från låg (LOW) till medium (MIDDLE) 46

3 4 11 Val av visningar på displayen (Screens on / off) Välj här vilka mätvärden som skall visas i normal driftmod Följande kan väljas: YES Här visas alla mätvärden med sin ISO-symbol efter varandra Genom att välja NO kan du ta bort mätvärdet från normal driftmod Om mätvärdet skall visas igen väljer du YES när ISOsymbolen för mätvärdet kommer fram NO Det görs inte några ändringar på inställningen 3 4 12 Aktivering av simulationsmod (Simulator Mode) Välj här om simulationsmod skall sättas på Följande kan väljas: YES Simulationsmod sätts på Instrumentet genererar nu slumpvärden för alla mätvärden och visar dessa Mätvärdena sänds också till anslutna instrument NO Simulationsmod stängs av Beakta att simulationsmod fortfarande är aktiverat efter från- och återinkoppling av instrumentet om den inte stängts av genom att välja NO Om instrumentet står i simulationsmod visas blinkande SIM på displayen 3 4 13 Inställningarna avslutas (Exit Setup) Välj här om du vill lämna inställningarna Följande kan väljas: YES Du lämnar inställningarna, instrumentet startar på nytt i normal driftmod NO Inställningarna startas på nytt 47

3 5 Huvudfunktioner Huvudfunktionerna för VDO Ocean Line Combi kan tas fram med knappen Med varje tryck på knappen visas nästa mätvärde - Båtens hastighet - Vattendjup - Sjö-/havsvattentemperatur - Total distans och trippdistans - Spänning ombord Om knappen hålls tryckt i fyra sekunder kan en underfunktion väljas beroende på vilket värde som visas Visat värde Båtens hastighet Vattendjup Vattentemperatur Total distans och trippdistans Spänning ombord Underfunktion: Ändring av belysningen Inställning av larmet Ändring av belysningen Nollställning av trippmätaren Ändring av belysningen Ändring av belysningen: Rullbalken för inställning av belysningen kommer fram Genom att trycka på knappen upprepade gånger kan belysningen för varvräknare och anslutna bussvisare ändras i åtta steg Åtta sekunder efter det att knappen tryckts senast går instrumentet tillbaka till normal driftmod Inställningen av belysningen kvarstår även efter det att spänningsmatningen stängts av och satts på igen Tänk på att inställning av belysningen endast är möjlig om INTERN är inställt i inställningen "External Illumination Inställning av larmet: USE ALARM? NO Om du väljer "YES" uppmanas du att ange larmdjupet 48

USE ALARM? YES Håll knappen tryckt tills "YES" blinkar till 1,5 m Genom att hålla knappen tryckt ökas larmdjupet Efter tre sekunder ökar ändringshastigheten på larmdjupet Med ett kort tryck på knappen kan ändringsriktningen ändras Detta indikeras genom att pilen ändrar riktning Inställningsområdet för larmdjupet går från 0,1m (0,4ft) till 18,2m (60ft) När 18,2m (60ft) uppnåtts hoppar larmdjupet tillbaka till 0,1m (0,4ft) Om knappen inte trycks under ca fem sekunder lagras det inställda larmdjupet och displayen går automatiskt tillbaka till visning av djupet Om det inställda larmdjupet nu underskrids hörs ett akustiskt larm och djupet blinkar inverterat på displayen Genom att trycka på knappen stängs det akustiska larmet av Displayen fortsätter att blinka tills det inställda larmdjupet överskridits igen Om något annat än djupfunktionen visas på displayen hörs det akustiska larmet i treminutersintervaller Deaktivering av larmet: USE ALARM? YES Tryck på knappen USE ALARM? NO Larmet är nu deaktiverat Det ges varken någon akustisk eller optisk varning 49

Nollställning av trippmätaren: TRIP RESET? Tryck på knappen NO TRIP RESET? YES Trippmätaren (Trip) sätts nu på 0,0 Total distans (Dist) kan inte nollställas 4 Sensorer Följande sensorer kan anslutas till VDO Ocean Line Combi: X11-719-000-053 NMEA kombigivare för akterspegelmontering Denna givare levererar NMEA-data för båthastighet, vattendjup och vattentemperatur X11-719-000-058 NMEA kombigivare för montering i en bottenhylsa Denna givare levererar NMEA-data för båthastighet, vattendjup och vattentemperatur N01 140 302 Ocean Line Sumlog analog givare Denna givare levererar en frekvens som mätvärde för båtens hastighet N01 410 806 Ocean Line ekolodsgivare Denna givare levererar en frekvens som mätvärde för vattendjupet 50

5 NMEA-gränssnitt VDO Ocean Line Combi mottar data från en NMEA-givare Dessa data överförs via gränssnittet NMEA 0183 Data som instrumentet mottar återfinns i följande tabell Närmare informationer framgår av respektive kapitel i normen NMEA 0183 Lista över mätvärden NMEA 0183: Mätvärde: Båthastighet Vattendjup Vattentemperatur NMEA datasats: $xxvhw $xxdbt $xxdpt $xxmtw 6 Easy Link gränssnitt VDO Ocean Line Combi sänder alla mottagna data via Easy Link gränssnittet till anslutna Easy Link slavinstrument Slavinstrumenten arbetar enligt "plug and play principen Detta innebär att de kan anslutas under pågående drift och genast är funktionsklara Konfigurering av VDO Ocean Line Combi är inte nödvändigt Vid tidpunkt för tryckläggning av dessa instruktioner står följande Easy Link slavinstrument till förfogande: - voltmeter 8-16V artikelnummer N02 413 066 - voltmeter 18-32V artikelnummer N02 413 058 51

7 Installation av VDO Ocean Line Combi 0,3 m ø105 mm ø86 mm 73 mm A eller B A B 0,5 6,5 mm 6,5 16,5 mm 52

7 1 Elektrisk installation som huvudinstrument H P A G Stift: Tilldelning: A Kontakt för extern knapp B Easy Link data C CAN low D CAN high E Spänningsmatning Easy Link F Spänningsmatning givare G Spänningsmatning Combi (kl 30) H External Illumination J Easy Link och givare stomme K NMEA A L NMEA B M Signalingång loggivare N Tändning plus (kl 15) P Stomme (kl 31) 53

7 2 Elektrisk installation som sekundärinstrument H P A G Stift: Tilldelning: A Kontakt för extern knapp B Easy Link data C CAN low D CAN high E Spänningsmatning Easy Link F ledigt G Spänningsmatning Combi (kl 30) H External Illumination J Easy Link stomme K ledigt L ledigt M ledigt N Tändning plus (kl 15) P Stomme (kl 31) För kommunikation av sekundärinstrumentet med huvudinstrumentet måste CAN-ledningarna (stift C och stift D) på huvud- och sekundärinstrument förbindas 54

Använd kabelträd X11-719-000-073 för anslutning av instrumentet Följande uppställning beskriver kabelfärgerna på anslutningskabeln: Funktion 14 polig kontakt Färg Ext knapp stift A rosa CAN-L stift C mörkblå CAN-H stift D grön Spänningsmatning givare stift F röd Spänningsmatning kl 30 stift G röd Belysning kl 58 stift H grå NMEA A stift K vit NMEA B stift L ljusblå/vit Loggsignal stift M grön/vit Tändning plus kl 15 stift N röd/svart Stomme kl 31 stift P svart 7 3 Anslutningsexempel: 1 Extern knapp stift A grå knapp 2 Repeaterdrift (drift med sekundärinstrument): Huvudinstrument Repeater stift C mörkblå stift C stift D grön stift D 55

3 Analog Sumlog givare Sumlog givare i serien VDO LOGIC och VDO Ocean Line kan anslutas Ta bort stickkontakten på givarkabeln och gör anslutningen enligt följande bild stift F stift M stift P vit grön brun 4 VDO Ocean Line ekolodsgivare Ekolodsgivaren N01 430 402 ur Ocean Line serien kan också anslutas till Ocean Line Combi Ta bort stickkontakten på givarkabeln och gör anslutningen enligt följande bild stift F stift K stift P brun grön vit stift L 7 4 Kabellängder Tillåtna kabellängder är: - för NMEA givarledningar 10 m - för analoga givarledningar 20 m - för CAN-bussen (slavfunktion) 20 m - för Easy Link bussen 20 m Totala antalet Easy Link visare som ansluts till Easy Link bussen får inte överskrida 20 (se sid 59) 56

8 Menystruktur settings vidare till sid 58 57

från sida 57 9 Tekniska data Spänningsmatning: 10 till 30 VDC Strömupptagning: ca 120 ma utan belysning ca 140 ma med belysning Belysning: röd, dimbar, display amber Drifttemperatur: -20 till +70 C Skyddstyp: IP 65 enligt IEC 529, frontsida EMV: CE enligt EMV 83/336/EWG Dataingång: NMEA 0183 Ocean Line Depth givare Ocean Line loggivare Datautgång: VDO Easy Link buss Mått: 85 mm installationsdiameter 73 mm installationsdjup (inkl kabel) Anslutning: Delphistickkontakt, GT 150 sealed 58

10 Anslutning av Easy Link visare Förbind Easy Link visare enligt följande tabell med VDO Ocean Line Combi: Ocean Line Combi: stift B stift E stift J Easy Link visare: stift 3 (gul) stift 1 (röd) stift 2 (blå) Ocean Line Combi Easy Link visare 1 Easy Link visare 2 Easy Link visare 3 max 20 m ledningslängd 59