Hydraulische Hefbrug Hydraulic vehicle lift Hydraulische Hebebühne Pont élévateur hydraulique Hydraulisk billyft SK 2030 A Installatie - gebruiksaanwijzing - service Installation - operation - service Installation - Gebrauchsanweisung - Service Montage - emploi - service Installation - bruksanvisning service 33508000-G
GEBRUIKSAANWIJZING MONTAGE- EN SERVICEVOORSCHRIFT VOOR DE 3 TONS STERTIL-KONI HYDRAULISCHE HEFBRUG DIRECTIONS ASSEMBLY AND SERVICING MANUAL FOR THE 3 TON STERTIL-KONI HYDRAULIC VEHICLE LIFT GEBRAUCHSANLEITUNG MONTAGE- UND SERVICEANLEITUNG FÜR DIE HYDRAULISCHE 3-TONNEN-HEBEBÜHNE VON STERTIL-KONI NOTICE DE MONTAGE ET D'ENTRETIEN POUR PONT ELEVATEUR HYDRAULIQUE STERTIL/KONI 3 TONNES BRUKSANVISNING MONTERINGS- OCH SERVICEFÖRESKRIFT FÖR STERTIL-KONI 3 TON HYDRAULISKA BILLYFT MODEL SK 2030 A Vanaf serienummer Starting at Serial Number Ab Seriennummer à partir du numéro de série Från serienummer TL 163706 Installatie - gebruiksaanwijzing - service Nederland...blz. 1 t/m 20 Installation - operation - service Great Brittain...page 21 till 40 Installation - Gebrauchsanweisung - Service Deutschland...Seite 41 bis zum 60 Montage - emploi - service La France...page 61 jusqu à80 Installation - bruksanvisning - service Sverige...page 81-100 Date: 15-02-2010
NEDERLANDS (brontaal) Inhoud blz. Verklaring van overeenstemming met de Europese machinerichtlijn (06/42/EG)...3 1. ALGEMEEN...4 1.1 Copy right...4 1.2 Afbakening van dit document...4 1.3 Voor wie is deze handleiding bedoeld?...4 1.4 Bereik van de handleiding...4 1.5 Gegevens fabrikant...4 1.6 Milieu aspecten...4 1.6.1 Informatie betreffende REACH...4 1.7 Afvoeren van de hefbrug...5 1.8 Garantie en aansprakelijkheid...5 1.9 Technische gegevens...5 2. GEBRUIKSAANWIJZING...6 2.1 Veiligheidsmaatregelen...6 2.2 Het hefvermogen...6 2.2.1 Armbelasting...6 2.3 Het hefsysteem...6 2.4 Bedieningsinstruktie...7 2.4.1 Armen...7 2.4.2 Bediening algemeen...7 2.4.3 Stijgen...8 2.4.4 Dalen...8 2.4.5 Verlichting (optioneel)...8 2.4.6 Stijgen 4-knops bedieningskast (optie)...9 2.4.7 Dalen 4-knops bedieningskast (optie)...9 2.4.8 Verlichting (optie)...9 3. INSPEKTIE EN ONDERHOUD...10 3.1 Algemeen...10 3.2 Dagelijks...11 3.3 Maandelijks...11 3.4 Jaarlijks...11 4. MONTAGE EN INBEDRIJFNAME...12 4.1 Algemeen...12 4.2 Montage...12 4.2.1 Fundatievoorschrift...12 4.2.2 Plaatsing chemische ankers...13 4.2.3 Elektrische voeding...14 4.2.4 Opbouw...14 4.2.5 Bedrading...14 4.2.6 Montage draagarmen...15 4.2.7 Portierbescherming (optie)...15 4.2.8 Afstellen softdaalventiel (optie)...15 4.2.9 Afwerking...15 4.2.10 Afstellen foto-elektrische cel...15 4.2.11 Afstellen ketting...16 4.2.12 Monteren kettinggeleidingen...16 4.3 Inbedrijfname en kontrole van de beveiligingen...16 4.3.1 Vergrendel- en vanginrichting...16 4.3.2 Kettingbreukschakelaar...16 1
4.3.3 Slappeketting beveiliging...16 4.3.4 Hoogtebeveiliging...16 4.3.5 Hoogste stand...16 4.3.6 Armborging...16 4.3.7 Nastellen van de ketting...16 5. SERVICE...17 5.1 Algemeen...17 5.2 Storingsdiagnose...17 5.3 Vervangen ketting en cilinder...20 5.3.1 Vervangen ketting kolom I en II...20 5.4 Nooddaalvoorziening...20 6. ONDERDELENLIJST EN BIJLAGEN...20 6.1 Onderdelenlijst...20 6.2 Bestellen van vervangingsdelen...20 7. OPTIES...20 BIJLAGEN EN FIGUREN A Samenstelling...103 B Samenstelling...104 C Hydraulische unit...105 D Cilinder...106 E Kettingsamenstelling...107 F Palmechanisme...108 G Slappe ketting/ Kettingbreuk mechanisme...109 H Elektrisch schema 380/415V - 220/240V...110 I Bedieningskast...111 J Plaatsbepaling stickers...112 K Maatschets SK 2030A...113 L Hydraulisch schema...114 Opties 1.Verlichting...116 2. 4 Knops bedieningskast...118 3. Softdaal optie...120 4. Optie wandcontactdoos...121 5. Optie enkel fase...122 6. Lifting carriage...124 Inspektie-kontrolelijst...126 2
Verklaring van overeenstemming met de Europese machinerichtlijn (06/42/EG). Fabrikant: Machine: Merk: Stertil B.V. Postbus 23 9288 ZG Kootstertille Nederland Hydraulische hefbrug met 2 kolommen. STERTIL - KONI Serienummer:................. Datum ingebruikname:................. Model SK 2030-A SK 2030-F Versie 2-koloms hefbrug met armen 2-koloms hefbrug met vaste opnemers Varianten - 200 mm verlaagde uitvoering - 400 mm verlaagde uitvoering - 300 mm verbrede uitvoering - 200 mm verlaagde en 300 mm verbrede uitvoering - 400 mm verlaagde en 300 mm verbrede uitvoering - 400 mm verhoogde uitvoering - 400 mm verhoogde en 300 mm verbrede uitvoering Opties Verlichting Tweede bedieningskast Softdaal optie Wandcontactdoos - 200 mm verlaagde uitvoering - 400 mm verlaagde uitvoering - 300 mm verbrede uitvoering - 200 mm verlaagde en 300 mm verbrede uitvoering - 400 mm verlaagde en 300 mm verbrede uitvoering - 400 mm verhoogde uitvoering - 400 mm verhoogde en 300 mm verbrede uitvoering Verlichting Tweede bedieningskast Softdaal optie Wandcontactdoos Ondergetekende, U. Bijlsma, directeur, voor dit doel gemachtigd door Stertil B.V., verklaart hiermee dat de hefbrug zoals hiervoor omschreven, voldoet aan de fundamentele veiligheidseisen zoals vastgesteld in: 2006/42/EC Machinerichtlijn EN 61508 (SIL1), EN 1493, EN 418, EN 954-1, EN 60204-1 2004/108/EC 2006/95/EC Laagspanningsrichtlijn EN60950-1, IEC60335-2-29 Stertil B.V. Kootstertille U. Bijlsma Directeur Handtekening: Datum: 01-01-2010 De hefbrug heeft een EC type keuring ondergaan. Deze EC keuring is uitgevoerd door: RWTÜV Systems GmbH Essen BRD EC type inspection number: 04 205-2492/01 - SK 2030 A 3
1 ALGEMEEN 1.1 Copyright Copyright 2009 Stertil B.V. Alle rechten wereldwijd voorbehouden. Niets uit deze uitgave, inclusief tekeningen en diagrammen, mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt hetzij door afdrukken, fotokopie, microfilm of enig andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Stertil B.V. 1.2 Afbakening van het document Deze handleiding is de originele Nedelandstalige versie. Stertil B.V. behoudt zich het recht voor om de constructie en/of configuratie van haar producten op elk moment te wijzigen zonder de verplichting eerder geleverde producten aan te passen. De gegevens in deze handleiding hebben betrekking op de meest recente informatie. Ze kunnen op een later tijdstip gewijzigd worden zonder voorafgaande waarschuwing. Neem voor informatie over afstellingen, onderhoudswerkzaamheden of reparatiewerkzaamheden die niet beschreven staan in dit document, contact op met de Klantenservice van Stertil B.V. De informatie in deze handleiding is toegespitst op het bedoelde gebruik van het product. Indien de producten, onderdelen van de producten of procedures op een andere wijze worden gebruikt dan in deze handleiding beschreven, dan dient een bevestiging te worden verkregen van de juistheid en geschiktheid van dit gebruik. Noch aan deze handleiding, noch aan de documentatie die tezamen met de producten wordt geleverd, kunnen rechten ontleend worden. Uitsluitend de orderbevestiging is bindend. Deze handleiding bevat nuttige en belangrijke informatie over het correct functioneren en het juiste onderhoud van het product. Daarnaast bevat de handleiding belangrijke instructies ter voorkoming van mogelijke ongelukken en ernstige schade tijdens het bedrijf van de machine. Wij hebben ons uiterste best gedaan deze handleiding zo juist en compleet mogelijk te maken. Indien u fouten vindt of informatie mist, brengt u dit dan onder de aandacht van onze servicemanager, opdat wij dit aan kunnen passen. Op deze manier kunnen wij onze documentatie verbeteren. 1.3 Voor wie is deze handleiding bedoeld? Deze handleiding is bedoeld voor gebruikers van de mobiele hefkolommen type SK 2030. Personen die niet bekend zijn met de bediening van de hefbrug type SK 2030 worden geadviseerd de volgende hoofdstukken volledig te lezen en de instructies nauwkeurig op te volgen. Personen die wel bekend zijn met de bediening van de hefbrug type SK 2030 kunnen deze handleiding als naslagwerk gebruiken. De inhoudsopgave en de index kunnen worden gebruikt om de benodigde informatie op te zoeken. 1.4 Bereik van deze handleiding Deze handleiding bevat belangrijke informatie over de bediening, service en onderdelen van de hefbrug type SK 2030. 1.5 GEGEVENS FABRIKANT Stertil BV Westkern 3, 9288 CA Postbus 23, 9288 ZG Kootstertille (NL) Telefoon 0512334444 Telefax 0512334430 E-mail: info@stertil.nl Website: www.stertil.nl 1.6 Milieu aspecten De eigenaar en/of gebruiker van de mobiele hefkolommen is verantwoordelijk voor de afvoer van afvalmaterialen (olie, etc.) volgens de ter plaatse geldende wetten of verordeningen. 1.6.1 Informatie betreffende REACH Op 1 juni 2007 werd de nieuwe Europese REACH verordening van kracht. Met het oog op mens en milieu is het doel binnen de EU veilige chemische stoffen te produceren en te gebruiken. Stertil produceert volgens de definities van REACH "voorwerpen" en is "downstream gebruiker" van chemische stoffen. Stertil houdt zich aan de regelgeving van REACH en onderzoekt met betrekking tot alle gebruikte materialen en stoffen, of zijn toeleveranciers voldoen aan de regelgeving van REACH. Op verzoek zal uw lokale dealer relevante informatie zoals veiligheidsinformatiebladen (MSDS) verstrekken. 4
1.7 Afvoer van de hefbrug Aan het eind van de levensduur van de mobiele hefkolommen is de eigenaar en/of gebruiker verantwoordelijk voor een veilige demontage van de hefbrug en voor een afvoer van de onderdelen, overeenkomstig de ter plaatse geldende wetten of verordeningen. 1.8 GARANTIE EN AANSPRAKELIJKHEID Zie de leveringsvoorwaarden en de orderbevestiging. 1.9 TECHNISCHE GEGEVENS Zie ook het plaatje op de hefbrug. Model Capaciteit Overdrukventiel Max. hefhoogte Elektrische vermogen SK 2030 A 3000 kg 260 bar (af fabriek verzegeld met kunststof dop) 2020 mm 3,6 kw Netaansluiting 380/415 V, 50 Hz 220/240 V, 50 Hz 3 x fase, 1 x aarde, 1 x nul 3 x fase, 1 x aarde Netzekering 380/415 V, 50 Hz 220/240 V, 50 Hz 3 x 16 A (traag) 3 x 16 A (traag) Stuurspanning 24 V= Afstelling stroomregelventiel Hef-/daaltijd Geluidsniveau Opstelling Eigen gewicht 10 l/min. (7 à 8 mm) 25/25 sec. Max. 74 db(a) Binnen 650 kg Benodigde ruimte exclusief 600 mm brede vluchtwegen: zie maatschets (fig. K) 5
2. GEBRUIKSAANWIJZING 2.1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN Deze hefbrug dient alleen voor het heffen van voertuigen en niet voor andere toepassingen. De opstelling van de hefbrug moet zodanig zijn dat een veilige werkplek verkregen wordt waarbij vluchtwegen voor noodsituaties in acht genomen moeten woren (min. 600 mm doorgang vrijlaten). De heftbrug mag niet boven een smeerkuil worden geplaatst. Alleen daartoe bevoegde personen mogen de hefbrug bedienen. Deze personen hebben zich in elk geval op de hoogte gesteld van de gebruiksaanwijzing van de hefbrug. Degene die de hefbrug bedient, moet zich ervan verzekeren dat er geen personen of voorwerpen in het werkgebied van de hefbrug (inclusief voertuig) bevinden. Tijdens het stijgen of dalen dient men op het voertuig te letten. Door obstakels (bokken etc.) onder het voertuig kunnen er tijdens het dalen gevaarlijke situaties ontstaan. Ook door plaatsing vaan een te hoog voertuig op de hefbrug kunnen gevaarlijke situaties ontstaan. Het is verboden zich op of onder het voertuig (met last) te bevinden indien de hefbrug bediend wordt (zie afb. 2.1). Het is verboden op de hefbrug of het voertuig te klimmen als deze geheven zijn. Bij storing of na beëindiging van de werkzaamheden moet de hefbrug in de laagste stand gezet worden en moet met de hoofdschakelaar de spanning uitgeschakeld worden. Hiertoe moet de hoofdschakelaar naar de 0-positie gedraaid worden en worden vergrendeld met een hangslot. Bij laswerkzaamheden op of aan de hefbrug zorg dragen voor een deugdelijke aarding daar er anders schade kan ontstaan aan de hydraulische cilinder, bekabeling etc. Afb. 2.1 Foutieve bediening of gebrekkig onderhoud kan leiden tot persoonlijk letsel of schade aan voorwerpen. 2.2 HET HEFVERMOGEN Het maximale hefvermogen is 3000 kg. De overdrukbeveiliging van de hydraulische unit staat zodanig ingesteld, dat er nooit meer dan de opgegeven waarde +10% geheven kan worden. 2.2.1 Armbelasting Het ontwerp is berekend voor een maximum last op een opnemer van 1000 kg. en een lastverdeling tussen de assen van het voertuig in de verhouding van 40%-60%. 2.3 HET HEFSYSTEEM Voor het hydraulisch schema zie fig. L. Deze hydraulische 2-koloms hefbrug is voorzien van één hydraulische unit. De unit drijft een cilinder aan die is gemonteerd op kolom I. In kolom I is het geleidestuk I gemonteerd dat door de cilinder wordt aangedreven. Geleidestuk II in kolom II wordt aangedreven door een ketting die bevestigd is aan geleidestuk I en via omloopwielen door de bovenverbinding wordt geleid. 6
De hefbrug is voorzien van beveiligingen die er voor zorgen dat: - De daalbeweging stopt indien er door obstakels hoogteverschillen ontstaan, waarna, in het geval van slappe ketting, alleen nog stijgen mogelijk is. - De stuurstroom uitgeschakeld wordt in het geval van kettingbreuk zodat normaal bedienen niet meer mogelijk is. - Bij het bereiken van de hoogste stand, de stijgbeweging wordt onderbroken. - De stijgbeweging wordt onderbroken voordat hoge voertuigen tegen de bovenverbinding komen. - Bij slangbreuk de hefburg met nominale snelheid daalt, zolang de daalknop wordt ingedrukt. - Bij slangbreuk de cilinder wordt afgesloten door het slangbreukventiel. - De daalbeweging mechanisch wordt geblokkeerd indien de hefbrug niet wordt bediend en bij uitval van de stuurspanning. - In het geval van kettingbreuk, geleidestuk II geblokkeerd wordt. - Bij hefhoogten vanaf 50 mm wordt de draaibeweging van de armen geblokkeerd door een armblokkering. Ontgrendelen van deze blokkering geschiedt automatisch in de laagste stand. 2.4 BEDIENINGSINSTRUKTIE 2.4.1 Armen Voertuigen dienen recht op de hefbrug geplaatst te worden. Het voertuig mag maximaal 100 mm uit het midden staan. De voertuigen dienen alleen opgenomen te worden op de door de fabrikant van het voertuig aangegeven punten. In de onderste stand van de hefbrug zijn de armen draaibaar. Vanaf 50 mm hefhoogte zijn de armen geblokkeerd tegen verdraaien. De armen kunnen dan worden verdraaid door de pen 43 (zie fig. A) omhoog te duwen. Dit mag alleen in onbelaste toestand. De armen kunnen worden uitgeschoven tot onder de opneempunten van het te heffen voertuig. De opnemers 28 (zie fig. A) kunnen daarna omhoog worden gedraaid tot tegen de opneempunten van het voertuig. 2.4.2 Bediening algemeen Bediening van de hefbrug geschiedt d.m.v. de knoppen op de bedieningskast (zie bedieningspaneel afb. 2.2) gemonteerd op kolom I. Zie ook de bedieningssticker op de hefbrug. Het front van het bedieningspaneel van de 4-knops bedieningskast is voorzien van een kunststoffolie. Het paneel mag alleen worden bediend d.m.v. de vingertoppen. Bediening door scherpe voorwerpen (zoals schroevendraaiers) kan schade en storing tot gevolg hebben. 7
SK 2030 A Door de hoofdschakelaar naar de positie 1 te draaien, wordt de netspanning ingeschakeld. De hefbrug is dan gereed voor gebruik. 1. Hoofdschakelaar 2. Stijgen 3. Dalen Afb. 2.2, Bedieningspaneel SK 2030 A De knoppen voor stijgen, dalen (en ontgrendelen) zijn van het dodemanstype (hold to run). De bediening is mogelijk zolang de bedieningsknop blijft ingedrukt en stopt meteen als de knop wordt losgelaten. 2.4.3 Stijgen 2.4.4 Dalen Voor stijgen moet de bovenste knop bediend worden. Deze is voorzien van een naar boven gerichte pijl. Voor dalen moet de onderste knop bediend worden. Deze is voorzien van een naar beneden gerichte pijl. De grendelpal wordt tegelijkertijd ingetrokken Raadpleeg bij storingen 5.2 de storingsdiagnose. 2.4.5 Verlichting (optioneel) De verlichting wordt in- en uitgeschakeld met de hoofdschakelaar 8
4-KNOPS BEDIENINGSKAST (OPTIE) 1. Hoofdschakelaar 2. Stijgen 3. Dalen 4. Ontgrendelen 5. Netspanningsindikatie 6. Stuurspanningsindikatie 7. LED-indikatie 8. Verlichting aan/uit 9. Wandkontaktdoos Afb. 2.3, Bedieningspaneel 4-knops bedieningskast 2.4.6 Stijgen 2.4.7 Dalen Voor stijgen moet de bovenste knop bediend worden. Deze is voorzien van een naar boven gerichte pijl. Voor dalen moeten de knoppen "dalen" (een naar beneden gerichte pijl) en "ontgrendelen" (grendelsymbool) tegelijkertijd ingedrukt worden. Tijdens dalen mag de ontgrendelknop worden losgelaten. Ontstaan er tijdens het dalen probleemsituaties dan laat men de knoppen los. Voor dalen in de vergrendeling wordt alleen op de daalknop gedrukt. De hefbrug daalt dan max. 50 mm, totdat de grendelpallen in de grendelprofielen inhaken. De grendelpallen zijn nu niet meer te bedienen (het ontgrendelen is niet meer hoorbaar als op de ontgrendelknop wordt gedrukt). Eerst moet men de hefbrug weer laten stijgen (ontlasten vergrendeling) voordat men de hefbrug verder kan laten dalen. De onderste 500 mm van de hefbeweging is niet voorzien van een vergrendeling. Als na ingebruikname, de knoppen stijgen/dalen niet in de oorspronkelijke stand terugkomen en de hefbrug blijft stijgen of dalen, dan kan het worden onderbroken d.m.v. hoofdschakelaar 1. 2.4.8 Verlichting (optioneel) De verlichting is te bedienen met de verlichtingsknop (afb. 2.3). Dit is een aan / uitschakeling. Raadpleeg bij storingen 5.2 de storingsdiagnose. 9
3. INSPEKTIE EN ONDERHOUD 3.1 ALGEMEEN Zie smeervoorschrift afb. 3.1, Smeervoorschrift De hefbrug moet regelmatig een onderhoudsbeurt krijgen volgens onderstaand overzicht. Eenmaal per jaar moet de brug aan een grondige kontrole onderworpen worden. Door een onderhoudsabonnement kunt u de hefbrug op deskundige wijze door STERTIL monteurs laten kontroleren. Onderhoudswerkzaamheden Omschrijving Per maand Per jaar Cilinder Droge zuigerstang oliën X Kontroleren van olieniveau in tank Bijvullen (Alleen met hefbrug in laagste stand) X Ketting Smeren X Diverse draaipunten Smeren X HYDRAULISCHE OLIE IN DE TANK Ongeveer 1 maal per 2 jaren moet de hydraulische olie in de tank vervangen worden. Ook wanneer de hefbrug niet voortdurend gebruikt wordt moet deze olieverversing plaatsvinden. OLIE VERVERSEN 1. Zet de hefbrug in de laagste stand en tap de olie af. 2. De tank vullen met hydraulische olie Hydran 46 (46 cst bij 40 C), afgefilterd op 4 micron max. Tankinhoud 5 liter. Afb. 3.1, Smeervoorschrift Tijdens inspektie en onderhoud moet de hefbrug in de laagste stand gezet worden en moet de hoofdschakelaar uitgeschakeld worden. Hiertoe dient de hoofdschakelaar naar de 0-positie te worden gedraaid en worden vergrendeld met een hangslot. Alleen indien bepaalde afstellingen en kontroles dat vereisen kan tijdelijk de spanning weer ingeschakeld worden. 3.2 DAGELIJKS (DOOR GEBRUIKER) - Kontroleren op zichtbare schade. - Kontroleren op olielekkage van de hydraulische unit, de leidingen en de cilinder. 3.3 MAANDELIJKS (DOOR GEBRUIKER) - Kontroleren van de werking van de vergrendelpal door de hefbrug te heffen en deze vervolgens in de pal te laten zakken (alleen mogelijk bij bedieningskast met 4 knoppen). Indien dit niet goed functioneert moet de servicedienst worden geraadpleegd. - Kontoleren van de werking van de armborging door de hefbrug minimaal 100 mm te heffen waarna de armen niet meer verdraaid mogen worden. 3.4 JAARLIJKS (DOOR DE SERVICEDIENST) De gebruiker dient eenmaal per jaar de hefbrug te laten inspekteren door de servicedienst van Stertil of een andere door Stertil erkende servicedienst (beiden verder "de servicedienst"). Voor deze jaarlijkse inspektie kan een onderhoudsabonnement met de servicedienst worden afgesloten. Indien geen onderhoudsabonnement wordt afgesloten, dient de gebruiker zelf jaarlijks een afspraak te maken voor deze inspektie en onderhoudsbeurt. Deze inspektie wordt afgetekend op de inspektie-kontrolelijst, blz. 114. De volgende werkzaamheden moeten worden verricht: 10
- Kontrole zoals omschreven onder Dagelijks en Maandelijks. - Kontroleren van het olieniveau. Het olieniveau in de tank van de hydrauliek-unit moet, met de hefbrug in de onderste positie, boven de streep van het minimum-olieniveau staan. De te gbruiken hydrauliek-olie is "HYDRAN 46" met een absolute filtering op 4 micron. Bij een te laag oliepeil, altijd ook de hierna omschreven kontroles op lekkages uitvoeren. - Kontrole van alle beveiligingen, overeenkomstig 4 "Montage en inbedrijfname" onder punt 4.3: kontrole van de beveiligingen. - Kontrole van het aanhaalmoment van de ankerbouten overeenkomstig de gegevens 4 "Montage en inbedrijfname" onder punt 4.2.1: aanhaalmoment ankerbouten. - Kontrole van de ketting, kettingwielen en kettinggeleiding op beschadigingen. Indien de kettinggeleiding zover is versleten, dat de opstaande randen van de kettingwielen worden geraakt (zie rechter figuur), moeten de kettinggeleidingen worden vervangen. - Kontroleren en eventueel opnieuw afstellen van de ketting. Wanneer de hefbrug in de laagste stand staat mag de ketting niet slap vallen. Wanneer er geen stelruimte bij de kettingspanbout A69 aanwezig is en ook de extra schalmen zijn verwijderd, dient de ketting te worden vervangen. Ook als de ketting 2% of meer is gerekt, moet deze worden vervangen. Dit kan worden gekontroleerd door10 schalmen van de ketting te meten, met de draagarmen vrij van de grond. Deze lengte mag niet meer zijn dan 195 mm (normaal 190,5mm) - Kontrole van de cilinder op lekkage. Indien na een interval tussen twee inspektiebeurten het olie-opvangbakje geheel vol is, moeten de afdichting en de geleideringen worden vervangen. - Kontrole op lekkage van het hydraulisch systeem. Indien de hefbrug meer dan een millimeter per 10 minuten daalt dient het systeem gecontroleerd te worden op uitwendige (leidingen, koppelingen) en inwendige (ventielen) lekkage. Defecte onderdelen moeten worden vervangen. - Kontroleer de werking van de armblokkering door de armen bij een hefhoogte groter dan 5 cm te bewegen; afgezien van wat speling mag de arm niet kunnen verdraaien. - Kontrole scharnierassen. Indien de speling op de scharnieren meer is dan 1,5 mm, dienen de assen te worden vervangen. - Algemene kontrole op beschadigingen. Bij scheurvorming in konstruktiedelen, de betreffende onderdelen vervangen. Beschadigde delen, die gevaarlije situaties kunnen veroorzaken, herstellen of vervangen. Voor bijzonderheden zie het Montage- en Servicevoorschrift. 11
4 MONTAGE EN INBEDRIJFNAME 4.1 ALGEMEEN De montage van de hefbrug wordt verricht door de servicedienst van Stertil of door een door Stertil erkende servicedienst. 4.2 MONTAGE 4.2.1 Fundatievoorschrift (zie afb. 4.1) De hefbrug moet op een vlakke gewapende betonvloer geplaatst worden. De fundering en verankering moet aan de onderstaande eisen voldoen. Dikte beton fundering :minimaal 130 mm (chemische ankers) Betonkwaliteit :B25 - DIN 1045 Wapening :minimaal 2 matten 150 x150 x 8, kwal. QRM 48 De wapening mag het aanbrengen van de ankers niet belemmeren (zie gatenpatroon afb. 4.1). Type anker voor de bevestiging van de hefbrug. 8 st. chemische ankers UPAT-UKA (aanhaalmoment 35 Nm) ankerstang ASTA M12 x 160 capsule UKA 3 EAP M12 (boor 14mm) De chemische ankers moeten worden geplaatst volgens de voorschriften 4.2.2, waarbij de juiste boordiepte en de aanhaalmomenten moeten worden aangehouden. Indien niet aan bovengenoemde voorwaarde wordt voldaan zal een nieuwe fundering volgens onderstaande gegevens gestort moeten worden. Betonvolume : 3,4 x 1,8 x 0,15 = 0,92 m² Wapening : minimaal 2 matten 150 x 150 x 8, kwal. QRM 48 Max. optredende gronddruk : 0,1 kg/cm² Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om aan te geven of de betonvloer van voldoende kwaliteit is. Bij plaatsing van de hefbrug in een ruimte met vorstgevaar moet de omtrek van de fundatie voorzien zijn van een vorstrand. Afb. 4.1, Fundering/ patroon 12
4.2.2 Plaatsing chemische ankers Controle vooraf: De hefbrug kan alleen geplaatst worden op een betonvloer die: - niet gescheurd is (in bevestigingsgebied v.d. ankerbouten) - minimaal 130 mm dik is (deklagen niet meegerekend) - een betonsterkteklasse heeft van minimaal B25 - een minimale afstand tot rand betonplaat heeft van 135 mm Plaatsingsvolgorde: - Boordiepte 110 mm De boormachine dient zodanig ingesteld te worden dat dieper boren dan 110 mm niet mogelijk is. Het boren moet dan ook zorgvuldig gebeuren. Bij doorgeboorde gaten is de houdkracht van de ankers niet te garanderen. - Controleer, met bijvoorbeeld een schroevendraaier, of de gaten niet doorgeboord zijn. - Stel de kolommen en ondervul de voetplaten volgens afb 4.2 en 4.3. Afb. 4.2 Afb. 4.3 a: voetplaat b: vulplaat c: vloer d: uitgebroken beton e: prop Attentie: De voetplaat ondervullen op aangegeven plaatsen (afb. 4.2), niet meer en niet minder. - Plaats de ankers (A.45) verder overeenkomstig de voorschriften van de leverancier. Attentie: de ankers nog niet vast zetten, dit kan pas nadat de door de fabrikant voorgeschreven uithardtijd verstreken is. - Nadat de uithardtijd verstreken is wordt de houdkracht van de ankerbouten gecontroleerd door hier een aanhaalmoment van 35 Nm op aan te brengen. Hierbij mag geen kruip van de ankerbout optreden. Na een belastingsproef van de hefbrug is de ankerbout nogmaals met een moment van 35 Nm na te draaien. De moer mag nu niet doordraaien. - Ankerbouten die kruip vertonen zijn te verwijderen door ze uit het gat te draaien. Hierna het gat zorgvuldig naboren (dezelfde diameter) en een nieuw anker plaatsen. - Ankerboutbevestiging hierna opnieuw controleren met hetzelfde aanhaalmoment. - Hierna de ankerbouten losdraaien en vervolgens met een moment van 25 Nm vastdraaien. De controle van de ankerbouten is nodig omdat bij het boren scheurvorming in de onderlaag van het beton opgetreden kan zijn waardoor hars en of harder wegvloeit zonder dat een goede menging van beiden opgetreden is. De houdkracht van het anker is dan beslist onvoldoende. Door de plaatsing van het anker zullen de scheuren in het algemeen opgevuld worden en is een tweede anker wel goed te plaatsen. Ook het naboren dient zorgvuldig te geschieden. 13
Deklagen: De dikte van een deklaag moet volledig gecompenseerd worden. Dit betekend dat bij een deklaag van 20 mm de gaten 20 mm dieper geboord moeten worden. 4.2.3 Elekrische voeding De hydraulische unit wordt van een eigen gezekerde netvoeding voorzien (zie 1.2). Deze voeding kan van het plafond of uit de vloer komen (zie pijl A, fig. 4.1). Wanneer de kabel uit de vloer komt, moet het uitstekende gedeelte 2,20 meter zijn. De installateur ter plaatse bepaalt de doorsnede van de aders van de krachtstroomkabel. 4.2.4 Opbouw Opbouw (zie fig. A en B) - Boor de gaten volgens het gatenpatroon (zie afb. 4.1). Boor 14 mm gaten voor chemische ankers, zie ook het voorschrift 4.2.2. - Monteer de afstandsbussen (50, 51). Zet de aardkabel (49) achter afstandsbus (50). - Monteer de rubber buffers en proppen (75, 74) met bouten en ringen (77, 78). - Loodrecht plaatsen van de kolommen I en II met behulp van onderlegplaatjes (voor de juiste plaats zie afb. 4.2). - Plaats de ankers (84) en draai deze licht aan (zie voor chemische ankers voorschrift 4.2.2). - Hang ketting (5) over de kop van kolom I. - Monteer de fotocel (85) + 2 x (86, 88, 93) en reflector (95, 94, 93, 89), op de grond, aan de bovenverbinding. - Sluit de fotocel tijdelijk aan op 220V (bruin blauw) (Eventueel met testkabel 610-01-016). - Stel de fotocel af volgens 4.2.10. - Monteer de bovenverbinding (97) + 4 x (55) + 4 x (56). Attentie: Let op bij het monteren van hydraulische onderdelen! Alle onderdelen moeten vrij zijn van verontreinigingen. Gebruik voor het hydraulische systeem schone olie Hydran 46, afgefilterd op 4 micron max. - Voer ketting (5) door de bovenverbinding in kolom II. Verwijder hiervoor tijdelijk de kettingverbindingsschakel. - Plaats een 25 mm hoog blokje onder geleidestuk II (22). - Verbind de ketting met bout (69) van de vanginrichting, de bout moet het inspektiegat in de kettingverbindingsschakel afsluiten en borg de kettingverbindingsschakel met moer (68). De ketting moet strak staan. - Monteer hydrauliekslang (16) aan poort 1 van de hydraulische unit (3) (verwijder plug en afsluitdop). - Monteer ontluchtingsdop (fig. C, 13). - Monteer de hydraulische unit aan de kolom (3) + 4 x (76+78). - Monteer de haakse koppeling (82) aan de zuigerstang (verwijder afsluitdop, wartels en kogels), gebruik Loctite hydraulic seal. - Monteer de hydrauliekslang aan de haakse koppeling (verwijder afsluitdop). - Monteer de bedieningskast aan kolom I (20) + 4 x (83). - Monteer aardkabel (49) met bout (53) aan de elektromotor. - Monteer de sl.ketting/kettingbreuk unit in kolom I (7) + 2 x (57, 58). Verwijder borgpen (9) (zie fig. G). - Voer de kabel van de fotocel door het gat in de eindplaat van de bovenverbinding en de achterwand van de kolom en bevestig deze met clip (96) aan de kolom. - Voer de kabel door het gat in de eindplaat van de bovenverbinding en de achterwand van de kolom en bevestig deze met clip (96) aan de kolom. - Monteer de schakelarm hoogste stand aan de bovenverbinding (87, 89, 90, 91, 93). 4.2.5 Bedrading (zie elektrisch schema en fig. B) Sluit de kabelboom (18) aan op de stekker van de bedieningskast. Voer de bedrading van de palconsole (6) door het gat in de kolom en sluit die aan op de magneet (2, fig. F ). Monteer de palconsole in kolom I (6, 79, 80). Sluit de stekker van de slappe ketting/kettingbreuk beveiligingsunit (19) aan op de stekker op de bedieningskast. Sluit de stekker van de fotocel (85) aan op de corresponderende stekker aan de kabelboom (18). Monteer de stekker op het daalventiel en sluit de E-motor (17) aan. Kontroleer de draairichting door de motor ca. 5 sec. te laten draaien. Wanneer de hefbrug niet omhoog gaat, de draden van 2 fasen verwisselen. Hefbrug 40 cm heffen en vervolgens geheel laten dalen (i.v.m. ontluchting). Bevestig de kabelgoot (9) + 2 x (57, 58). 14
4.2.6 Montage draagarmen (zie afb. 4.4) Hefbrug ca. 60 cm heffen. Plaats de koppelingshelften (39, 40) in de arm Monteer de arm tussen de scharnierplaten Plaats de scharnieras (38) Breng de drukstift (43) aan en plaats de pen (44) Monteer de drukveer (41) Monteer de afdekplaat (42) 2x (45, 46) Monteer aanslagbout (59, 60) in onderste scharnierplaat Korte arm: Monteer het gereedschapsbakje (47) + 2x (46, 48) 4.2.7 Portierbescherming (optie) Geleidestuk eerst ontvetten met ontvetter b.v. spiritus. Plak portierbescherming (98) op geleidestukken op de juiste hoogte (zie fig. B). Portierbescherming vastkloppen met hamer. Afb. 4.4 Hefbrug geheel laten dalen. 4.2.8 Afstellen softdaalventiel (optie) Door het verdraaien van de stelbout op het ventielblok (*) kan de tijdvertraging worden afgesteld. Linksom = max. 2 sec. Rechtsom = min. 0 sec. Na het afstellen, stelbout borgen met contramoer. 4.2.9 Afwerking na inbedrijfname en kontrole van de beveiligingen Onderstaande delen worden na inbedrijfname en kontrole van de beveiligingen gemonteerd - De hefbrug kan permanent op het net worden aangesloten door een erkende installateur. In het geval dat er 3 x 380/415V zonder nulleider wordt toegevoerd, zullen de verlichting en de wand-kontaktdoos niet funktioneren. De verbinding vanaf L1 naar de wandkontaktdoos en de verlichting moet in de bedieningskast worden losgenomen en geïsoleerd (zie elektrisch schema van de bedieningskast met 4 knoppen). - Besturingskabels bundelen met trekbandjes. - De kabelgoot (9) met schroeven en ringen (57, 58) op afstandsbussen (50, 51) bevestigen. - Plak de stickers en het typeplaatje volgens fig J. - Plaats de gereedschapbakjes in de beugels van de armen (optie). 4.2.10 Afstellen foto-elektrische cel - De fotocel heeft standaard een tijdsvertraging van 5 sec. Dit betekent dat, als de infrarood bundel wordt onderbroken, het 5 sec duurt voordat de brug opnieuw kan worden bediend. - De reflector dient met sticker afgeplakt te zijn vlg. fig. 4.5 - Als beide LED s op de fotocel branden staat deze goed afgesteld. - Als de LED s op de fotocel niet branden dan als volgt te werk gaan: - De fotocel iets losschroeven en afstellen op de reflector zodat beide LED s gaan branden. Of de reflector iets in hoogte verstellen. - De fotocel vastschroeven. - Verwijder de sticker aan de zijkanten van de reflector. De boven- en onderkant laten zitten (zie fig 4.5). Afb. 4.5 4.2.11 Afstellen ketting Stel de ketting zodanig af, dat bij normale belasting (± 1000 kg) het geleidestuk juist op de voetplaat rust. De stelbout moet voorbij het gat in het eindstuk zijn gedraaid (zie tek). Wanneer de ketting te lang is, dan kan er 2x een schalm (38 mm) worden verwijderd. 15
4.2.12 Monteren kettinggeleidingen Plaats de kettinggeleidingen (1) in de bovenverbinding met bouten (2) en ringen (3) op de juiste plaats. De ketting moet in lijn over de kettingwielen lopen. 4.3 INBEDRIJFNAME EN KONTROLE VAN DE BEVEILIGINGEN Vóór het eerste gebruik van de hefbrug, moeten onderstaande kontroles worden verricht door een monteur van de servicedienst. Hierbij mag geen voertuig op de hefbrug aanwezig zijn. 4.3.1 Vergrendel- en vanginrichting De grendelpal (3)(fig. F) moet vrij in alle posities van het vergrendelprofiel kunnen ingrijpen. Geleidestuk in kolom II (niet motorzijde) 8 cm heffen en laten vallen; de vangplaat (64) moet dan ingrijpen. Vangstang (24) inspekteren en zonodig afvijlen. 4.3.2 Kettingbreukschakelaar Als geleidestuk II in de vang hangt (zie de controle onder 4.3.1), moeten alle bewegingen geblokkeerd zijn. (Door rechtstreeks het motorrelais in de bedieningskast te bedienen, is de hefbrug weer te heffen). 4.3.3 Slappeketting beveiliging Plaats een blok onder geleidestuk van kolom II en laat de hefbrug dalen. Nadat het blok geraakt wordt mag geleidestuk van kolom I nog enkele cm's doorzakken en moet dan stoppen. Alleen heffen is nu nog mogelijk. 4.3.4 Hoogtebeveiliging Tijdens het stijgen van de hefbrug moet de straal tussen fotocel (85) en reflector (95) op een afstand van 30 cm. zowel voor de reflector als voor de fotocel met een 5/8" installatiebuis onderbroken worden. De hefbeweging moet nu stoppen. 5 à 10 Seconden na de onderbreking moet de hefbrug weer te bedienen zijn. Hiermee wordt een imperiaal gesimuleerd. 4.3.5 Hoogste stand Hefbrug heffen. In de hoogste stand moet de beweging stoppen voordat de hydraulische cilinder zijn eindstand heeft bereikt. Indien dit niet zo is kan door iets verbuigen van de hefboom (87) het schakelpunt vevroegd worden. 4.3.6 Armborging Kontroleer de werking van de armblokkering door de armen bij een hefhoogte groter dan 5 cm te bewegen. Afgezien van wat speling mag de arm niet kunnen verdraaien. 4.3.7 Nastellen van de ketting (zie fig. A en E) Na enkele jaren gebruik zal de ketting afgesteld moeten worden door slijtage van de schalmen. Afstelling is mogelijk door bout (fig. A, 69) verder in de kettingverbindingschalm (fig. E, 5) te draaien. De bout moet het inspektiegat in de verbindingsschakel altijd afsluiten. Wanneer de ketting niet meer na te stellen is moet de ketting worden vervangen. 16
5. SERVICE 5.1 ALGEMEEN Attentie: Alle verrichte reparaties aan de hefbrug en de gevolgen hiervan, die niet zijn uitgevoerd door de servicedienst, zijn volledig voor het risico van de gebruiker. Onder servicedienst wordt verstaan, de servicedienst van Stertil of een door Stertil erkende servicedienst. Voor het opheffen van de meeste storingen is het niet nodig het voertuig van de hefbrug te verwijderen. Het verdient aanbeveling het voertuig te verwijderen, wanneer de hefbrug zich in de laagste stand bevindt. Het verdient aanbeveling om bij storing of reparatie de hefbrug in de laagste stand te zetten. Is dit vanwege de storing niet mogelijk, dan moet zeker gesteld worden dat de pal in de vergrendeling (dalen zonder ontgrendelen) rust. De hoofdschakelaar van de bedieningskast moet worden uitgeschakeld. Hiertoe dient de hoofdschakelar naar de 0-positie gedraaid te worden en worden vergrendeld met een hangslot. Geen delen van het hydraulisch systeem losdraaien of uitnemen, voordat de hefbrug in de laagste stand staat of in de vergrendeling rust. Na het vervangen van de hydraulische unit en/of cilinder moet de hefbrug eerst onbelast 2 keer op en neer worden bewogen om de lucht uit het systeem te verwijderen. Onderstaande storingsdiagnose kan gebruikt worden bij het lokaliseren van defecten. Bij twijfel dient de gebruiker kontakt op te nemen met de servicedienst. 5.2 STORINGSDIAGNOSE HEFBRUG STIJGT NIET A. Geen netspanning/stuurspanning. Zie betreffende tabel. B. Te laag oliepeil (motor draait wel). Bijvullen, "Smeervoorschrift"(3.1). C. Lucht in pomp (alleen mogelijk nadat de tank leeg is geweest). Druk gedurende 1 minuut de knoppen "stijgen" en "dalen" gelijktijdig in. D. Veiligheidsventiel tegen overbelasting opent zich. - Hefbrug te zwaar belast. - Veiligheidsventiel niet goed afgesteld; laten afstellen door servicedienst. E. Pomp heeft te weinig opbrengst. Pomp laten verwisselen door servicedienst. F. Onderbroken circuit kettingbreuk schakelaar: (LED stuurstroom knippert lange cyclus) (4 knops kast) elektrische storing of kettingbreuk. G. Onderbroken circuit hoogtebeveiliging: elektrische storing of te hoog voertuig. H. Onderbroken circuit hoogste stand: 1. hefbrug staat in de hoogste stand. 2. elektrische storing. Raadpleeg servicedienst. Hefbrug laten dalen. Bij elektrische storing servicedienst raadplegen. 1. Hefbrug laten dalen. 2. Servicedienst raadplegen. 17
DE HEFBRUG DAALT NIET A. Geen netspanning/stuurspanning. Zie betreffende tabel. B. Pal wordt niet uit de vergrendeling getrokken. Laat de hefbrug eerst ca. 50 mm stijgen. Zie sticker "Bediening" op de kolom. C. Het elektrisch bediende daalventiel aan de hydraulische unit gaat niet open. Geen stuurspanning magneetspoel, of daalventiel is defect. Door servicedienst laten herstellen. D. Vervuild daalventiel. Daalventiel laten reinigen of vervangen door servicedienst. E. Beveiliging tegen slangbreuk is gesloten. Controleren op slangbreuk. Bij geen breuk, hefbrug iets laten stijgen en opnieuw laten dalen. Bij herhaling servicedienst waarschuwen. Bij slangbreuk deze laten vervangen door service-monteur. Controle van de vanginrichting op beschadigingen. F. Vangplaat (41, fig. A) in werking getreden. Raadpleeg de servicedienst. G. 1. Onderbroken circuit slappe ketting: (LED stuurstroom knippert korte cyclus bij bedieningskast met 4 knoppen) elektrische storing of slappe ketting. 2. Schakelaar is defect. 1. Laat de hefbrug stijgen en verwijder eventuele obstakels onder geleidestuk II. 2. In overige gevallen raadpleeg servicedienst. DE HEFBRUG DAALT UIT ZICHZELF A. De cilinderafdichting is beschadigd. Er lekt dan constant olie. Manchet of cilinder laten vervangen door de servicedienst. B. Lekkage in de koppelingen van de olieleidingen. Koppelingen of wartelmoeren aandraaien. C. Vervuilde of beschadigde terugslagklep Oliefilter met daar achterliggende kogel laten reinigen door servicedienst. D. Vervuild of beschadigd daalventiel. Ventiel laten reinigen of vervangen door servicedienst. DE HEFBRUG STIJGT ONVOLDOENDE A. Olieniveau in de tank te laag. Olie bijvullen volgens 3.1, "Smeervoorschrift". B. Pomp zuigt lucht aan. Zuigfilter bevestiging aandraaien of aanknijpen 18
GEEN NETSPANNING (zie bedieningspaneel afb. 2.3) netspannings- en stuurspanningsindikatie branden niet (4 knops bedieningskast) A. Hoofdschakelaar uit. Hoofdschakelaar aanzetten. B. LED's branden niet (bij 4 knops bedieningskast). Hefbrug funktioneert normaal. Raadpleeg servicedienst. C. Netspanning niet aanwezig. Storing door erkende elektricien laten opheffen. D. Zekering F1 defect. Vervang de defecte zekering 500 (800) ma traag. E. Connector van bedieningstableau (zie kastindeling Fig. H) is niet goed gemonteerd. Kontroleer de verbinding. F. Besturingsprint defect (gelijkrichter). Raadpleeg servicedienst. GEEN STUURSPANNING (zie bedieningspaneel afb. 2.3) stuurspanningsindikatie brandt niet, netspanningsindikatie wel (4 knops bedieningskast) A. LED defect. Hefbrug funktioneert normaal. Raadpleeg servicedienst. B. Besturingsprint defect. Raadpleeg servicedienst. DRUKKNOPINDIKATIE (LED) FUNKTIONEERT NIET (4 knops bedieningskast) A. Bij het bedienen van de bedieningsknop voor stijgen, dalen of ontgrendelen gaat de LED in de knop niet branden. Stroomcircuit is onderbroken: b.v. door hoogstestandschakelaar of door onderbroken draden. Controleer en herstel dradenloop of waarschuw servicedienst. B. LED defect. Raadpleeg servicedienst. VERLICHTING FUNCTIONEERT NIET (indien aanwezig) Storing in bedieningskast. A. Zekering(en) defect. Vervang zekering(en) (5A traag). Attentie: Bij storingen anders dan hierboven genoemd, altijd de servicedienst raadplegen. 19
5.3 VERVANGEN KETTING EN CILINDER (ZIE FIG. A, B, D EN E) Let op dat er bij het (de)monteren van hydraulische komponenten geen vuil e.d. in het hydraulische systeem komt. 5.3.1 Vervangen ketting kolom I en II Hefboom slappe ketting/kettingbreuk unit fixeren met borgpen (9, fig G) - Hefbrug 30 cm laten stijgen en daarna in de vergrendeling laten dalen (bij 2 knops bedieningskast, eerst één van de stekkers van de hefmagneet van de vergrendeling losnemen). - Om meer werkruimte te verkrijgen de hydraulische cilinder demonteren. - Geleidestuk II 20 cm optillen en ondersteunen. - In kolom II ketting van verbindingsstuk losmaken en nieuwe ketting aan oude bevestigen, daarna met de oude ketting de nieuwe doorvoeren. - Op dezelfde wijze het kettingdeel in kolom I verwisselen. - Na montage van de hydraulische cilinder, stekker hefmagneet weer monteren en hefbrug laten stijgen totdat geleidestuk meebeweegt. Hierna geheel dalen en in de laagste stand borgpen (9, fig. G) uit de slappe ketting/kettingbreuk unit verwijderen. 5.4 NOODDAALVOORZIENING In dringende situaties, waarbij het onmogelijk is de hefbrug te laten dalen middels de bedieningskast, is het mogelijk om de hefbrug handmatig te laten dalen. Handmatig dalen mag alleen worden uitgevoerd door een monteur van de servicedienst. 6 ONDERDELENLIJST EN BIJLAGEN 6.1 ONDERDELENLIJST Fig. A t/m L De titels van de kolommen op de onderdelenlijst hebben de volgende betekenis: Fig. & index Fig. verwijst naar de betreffende groep van de onderdelentekening. Index naar het onderdeel in deze groep. Reference Description Nummers in deze kolom zijn STERTIL- bestelnummers. Bij bestelling gelieve deze nummers te vermelden. Deze kolom bevat de benaming van de onderdelen. 6.2 BESTELLEN VAN VERVANGINGSDELEN Vervangingsdelen kunnen worden besteld bij Stertil, voor adresgegevens zie 1.1. Bij de bestelling van vervangingsdelen dient men het volgende op te geven: Type hefbrug : SK 2030 A Serienummer : zie typeplaatje op de hefbrug. Reference nr. : zie fig. A t/m L 7 OPTIES Zie voor diverse opties blz. 105 t/m 113. 20
ENGLISH Contents Page Statement of conformity with the European machine guideline (06/42/EG)...23 1. GENERAL...24 1.1 Copyright...24 1.2 Limitations of this document...24 1.3 For whom is thismanual intended?...24 1.4 Scope of this manual...24 1.5 Manufacturers information...24 1.6 Environmental aspects...24 1.6.1 Information about REACH...24 1.7 Disposal of the column lift...25 1.8 Guarantee and liability...25 1.9 Specifications...25 2. DIRECTIONS...26 2.1 Safety measures...26 2.2 Lifting capacity...26 2.2.1 Load on arms...26 2.3 The lifting system...26 2.4 Operating instructions...27 2.4.1 Arms...27 2.4.2 Operating general...27 2.4.3 Lifting...28 2.4.4 Lowering...28 2.4.5 Lighting (optional)...28 2.4.6 Lifting (optional 4 button control box)...29 2.4.7 Lowering (optional 4 button control box)...29 2.4.8 Lighting (optional)...29 3. INSPECTION AND MAINTENANCE...30 3.1 General...30 3.2 Daily...31 3.3 Monthly...31 3.4 Annually...31 4. ASSEMBLY AND STARTING OPERATION...32 4.1 General...32 4.2 Assembly...32 4.2.1 Foundation Instructions...32 4.2.2 Positioning chemical anchors...33 4.2.3 Electrical supply...34 4.2.4 Assembly...34 4.2.5 Wiring...34 4.2.6 Mounting swivel arms...34 4.2.7 Mounting tracks...34 4.2.8 Mounting fixed pick-up points...35 4.2.9 Door protection (optional)...35 4.2.10 Adjusting photo-electric cell...35 4.2.11 Adjusting chain...36 4.2.12 Fitting chain guides...36 4.3 Taking into operation and safety checks...36 4.3.1 Locking and catching mechanism...36 4.3.2 Slack chain protection...36 21
4.3.3 Chain break switch...36 4.3.4 Height safeguard...36 4.3.5 Highest position...36 4.3.6 Locking arm...36 4.3.7 Readjusting the steel cables...36 5. SERVICE...37 5.1 General... 37 5.2 Trouble-shooting...37 5.3 Replacing chain and cylinder...40 5.3.1 Dismantling chain column I...40 5.4 Emergency lowering facility...40 6. LIST OF PARTS AND APPENDICES...40 6.1 Parts List...40 6.2 Ordering spare parts...40 7. OPTIONS...40 APPENDICES AND FIGURES A Assembly...103 B Assembly...104 C Hydraulic unit...105 D Hydraulic cylinder...106 E Chain composition...107 F Pawl mechanism...108 G Slack chain/chain break mechanism...109 H Electrical diagram 380/415 V - 220/240 V....110 I Control box....111 J Position of stickers...112 K Dimensional drawing...113 L Hydraulic scheme...114 1. Lighting...116 2. 4 button control box...118 3. Softlowering option...120 4. Option socket...121 5. Option single phase...122 6. Lifting carriage...124 Inspection - checklist...126 22
Statement of conformity with the European machine guideline (06/42/EG). Manufacturer: Machine: Brand: Stertil B.V. Postbus 23 9288 ZG Kootstertille Nederland Hydraulic, 2 column vehicle lift for passenger cars and light vans. STERTIL - KONI Serial Nummer:................. Date first used:................. Model SK 2030-A SK 2030-F Version Two Post Surface Mounted Automotive Lift with arms Two Post Surface Mounted Automotive Lift with fixed pick-ups (forks) Variants - 200 mm lowered model - 400 mm lowered model - 300 mm widened model - 200 mm lowered and 300 mm widened model - 400 mm lowered and 300 mm widened model - 400 mm extended model - 400 mm extended and 300 mm widened model - 200 mm lowered model - 400 mm lowered model - 300 mm widened model - 200 mm lowered and 300 mm widened model - 400 mm lowered and 300 mm widened model - 400 mm extended model - 400 mm extended and 300 mm widened model Options Lighting Secondary controlbox Soft lowering valve Wall socket Lighting Secondary controlbox Soft lowering valve Wall socket The undersigned, U. Bijlsma, director, authorised for this purpose by Stertil B.V., declares that the vehicle lift is in accordance with the machine guideline 06/42/EG and the EN1493. The vehicle lift complies with the basic safety requirements as stipulated in: 2006/42/EC Machinery Directive EN 61508 (SIL1), EN 1493, EN 418, EN 954-1, EN 60204-1 2004/108/EC 2006/95/EC Low Voltage Directive EN60950-1, IEC60335-2-29 Stertil B.V. Kootstertille U. Bijlsma Director Signature: Date: 01-01-2010 The model has undergone an EC type testing. This EC testing was carried out by: RWTÜV Systems GmbH Essen BRD EC type inspection number: 04 205-2492/01 - SK 2030 A 23
1. General 1.1 Copyright Copyright 2009 Stertil B.V. All rights reserved worldwide. No part of this publication, including drawings and diagrams, may be reproduced and/or publicised, whether by printing, photocopying, microfilm or by any other means whatsoever, without the prior written permission of Stertil B.V. 1.2 Limitations of the document This manual is a translation of the original Dutch version. Stertil B.V. reserves the right to modify the construction and/or configuration of its products at any time without any obligation to modify products which have been previously supplied. The data provided in this manual is based on the most recent information. This data may be subject to change at a later date, without prior notification. For information regarding adjustment, maintenance or repair which is not described in this document, please contact the customer service department of Stertil B.V. The information in this document concentrates solely on use of the product as intended by the manufacturer. In the event that the products, parts of the products or procedures are applied in any way other than that described in this manual, then confirmation must be obtained as to the correctness and suitability of that use. No rights may be derived from this manual nor from the documentation supplied together with the product. Supplier is bound by no agreement other than the order confirmation. This manual contains useful and important information on the correct operation and proper maintenance of the product. Furthermore, the manual also contains important instructions for installing the product and instructions for preventing possible accidents and serious injury while the machine is running. We have taken all possible steps to make this manual as correct and as complete as possible. Should you discover any errors or omissions, pleasebring this to the attention of our service manager, so that we can make amendments. This will enable us to improve our documentation. 1.3 For whom is thismanual intended? This manual is intended for users of the hydraulic vehicle lifts of type SK 2030. Persons who are not familiar with the operation of the hydraulic vehicle lifts of type SK 2030 are advised to thoroughly read the following chapters and to exactly follow the instructions given. Persons who are familiar with the operation of the hydraulic vehicle lifts of type SK 2030 may use this manual as a reference. The table of contents and the index can be used to search for the information required. 1.4 Scope of this manual This manual contains important information about the operation of the hydraulic vehicle lifts of type SK 2030. 1.5 Manufacturer's details Stertil BV Westkern 3, 9288 CA Postbus 23, 9288 ZG Kootstertille (NL) Telefoon 0512334444 Telefax 0512334430 E-mail: info@stertil.nl Website: www.stertil.nl 1.6 Environmental aspects The owner and/or user of the mobile column lifts is responsible for the disposal of waste materials (oil, etc.) in accordance with the local laws or regulations in force. 1.6.1 Information about REACH The REACH regulation entered into force on 1st June 2007. Regarding human health and environment, the target is to manufacture and to use only safe chemical substances inside the EU. Considering the terms of the regulation, Stertil manufactures "articles" and is "downstream-user" of chemical substances. Stertil has the intention to fully comply to REACH regulation and checked his suppliers to make sure they comply to REACH requirements for all materials and substances used in our products. Your local dealer will provide relevant information e.g. Material Safety Data Sheet (MSDS) on request. 24